Follow RudiVP on Twitter

dinsdag 28 juni 2011

Relativeren

Zoals altijd vertrok ik ruim op tijd en had ik geen moeite de plaats van bestemming te vinden. Mijn jaren oude navigatiesysteem was zoals wel vaker mijn steun en toeverlaat. De radio maakte toevallig net voor ik arriveerde melding van een winstwaarschuwing bij TomTom. De kwaliteit van de apparaten is blijkbaar dermate voortreffelijk, dat aanschaf van een nieuw exemplaar in de meeste gevallen overbodig is. Overigens verbaasde de term winstwaarschuwing mij elke keer weer, als een beursgenoteerde onderneming de noodzaak zag dit te melden. Een verlieswaarschuwing zou naar mijn mening beter passen. Het KNMI voorspelt ook geen stormwaarschuwing bij 28 graden Celsius en een strak blauwe hemel. Het toeval wilde dat het meteorologisch instituut juist voor vandaag wel noodweer had voorspeld.
Het reisdoel had een onplezierig karakter. Maar naarmate de leeftijd vorderde nam de kwantiteit van dergelijke afspraken toe. Ik stelde mij na binnenkomst strategisch en bescheiden op. Andere aanwezigen hadden meer recht op de comfortabele plaatsen. Hoewel ik onder bepaalde omstandigheden graag het voetlicht zoek, in settings als deze verkies ik bij voorkeur de anonimiteit. Het feit dat ik vaak moeite heb mijn emoties te verbergen speelde hierbij een bepalende rol. Ik wist op deze manier wel vaker een gevoel van gêne te voorkomen.
Na afloop spoedde ik mij naar de Volvo. Ik at mijn meegebrachte broodje met kaas, snijworst en gevulde pepers. Ik besloot nog even te wachten met het starten van de motor. Waarschijnlijk uit respect voor de hoofdpersoon. De overgang naar het normale leven kwam mij blijkbaar te snel en plotseling. Ik knoopte vervolgens de bovenste knoop van mijn overhemd los en haalde diep adem. Terwijl ik mijn brood at vroeg ik mij af, waarmee mijn handen zojuist in contact waren geweest. Ik negeerde het opgeroepen gevoel, had per slot van rekening geen smetvrees en installeerde de TomTom.
Het KNMI leek gelijk te krijgen. De zengende, broeierige hitte voorspelde niet veel goeds. De snelwegen rond Amsterdam waren zoals altijd druk bevolkt. Ik concentreerde mij op de constant van baan wisselende mede-weggebruikers. Ik zette de ramen van beide voordeuren wijd open. Terwijl de Volvo airco ontbeerde, bleek de elektrische raambediening hierbij een uitkomst. De wind zorgde voor voldoende luchtcirculatie en een warrige haardos. Mijn ijdelheid maakte dat ik elke dertig seconden in mijn spiegel keek, om de alsmaar sneller grijs wordende haardos dwangmatig in model te houden.

Eenmaal geparkeerd stapte ik uit en strekte mijn rug. Het staan tijdens de bijeenkomst had mijn lijf geen goed gedaan. Even kwam er een hypochondrisch gevoel over mij. Maar ook deze aanval wist ik feilloos te pareren. Ik trok mijn overhemd los en sjokte naar huis. Ik gaf mijn lief een kus en hing even om haar schouders. En was blij weer even te mogen relativeren.

zondag 26 juni 2011

Ochtendhumeur

De minuten ervoor zat ik mij al te verkneukelen. Het dubbeldikke matras en de zeven kussens giechelden mij niet toe. Ze schaterden het uit. Het vooruitzicht te mogen uitslapen gaf mij energie en levensvreugde tegelijk. Ik legde mijn kleren op de strijkplank. Zover was ik blijkbaar al gevorderd met mijn strijkplannen. Het materiaal stond al vast klaar. Terwijl ik ook wel zag dat de mand die die de schone was moet dragen, ineens begon te mopperen over CAO's en Arbowetten.

Ik probeerde de focus te verleggen naar het positieve gevoel van zojuist. En ik slaagde daar moeiteloos in. Mijn kant van de deken was door mijn lief al half opengeklapt. Een kleine moeite maar knus gebaar. Het nodigt uit. Ik hield mijn t-shirt nog aan, maar ik wist dat ik deze vijf minuten later toch zou uittrekken. Waarna ik het shirt met een nonchalante worp richting strijkplank zou kwakken. Ik draaide mij om en fungeerde even als straalkachel, gashaard en allesbrander tegelijk. En ik vond het heerlijk.

Niet lang daarna manoeuvreerde ik mij in de ideale positie. Half op mijn buik en het beste kussen in de eerste houdgreep. Twan Huys presenteerde op de achtergrond Nieuwsuur. Aangezien de timerfunctie op de reserve afstandsbediening ontbrak, verkoos ik het vertrouwde krakende fm signaal. Ik switchte tussen radio 1 en BNR. Ik koos voor de publieke omroep. Ik verbaasde mij over de bellers richting studio. Alsof ze allemaal dronken leken. De nacht heeft blijkbaar vreemde kostgangers. Na nog wat gedraai viel ik zoals altijd snel in slaap.

Hoewel de timer van de radio uitstekend werk had verricht, schrok ik toch wakker. Hoe dat kon was mij een raadsel. Ik was toch net hiervoor in slaap gevallen?! Nadat ik had geconstateerd dat het zonlicht mijn kussens al had bereikt, zag ik de bui ook al hangen. Was het dan nu alweer ochtend? Ik zocht mijn heil nog in de klok. Maar ook deze kende geen genade. Het was 10.30 uur en beneden  rammelden de ontbijtborden.

Zonder wakker te worden was deze nacht blijkbaar voorbij gerend. De voorpret had niet in verhouding gestaan tot de duur van het hoofdprogramma. Ik verstopte mij nog even onder de dekens en deed alsof ik niet bestond. Terwijl ik ook wel wist dat er niet viel te ontkomen aan opstaan. Ondanks dat wachtte ik op het signaal dat mij zou verplichten deze dag aan te vangen. Niet lang daarna kwam het sein van beneden aan de trap: ' ETEN!!!'

Hoewel het lijf nog niet klaar was voor een verticale positie stapte ik toch uit bed. Beneden gekomen mompelde ik iets overstaanbaars. De intentie om iedereen een stralend goedemorgen te wensen was er wel, maar blijkbaar even niet oproepbaar. Ik liet het geanimeerde ochtendgesprek voor wat het was. En at met tegenzin een snee brood met pindakaas.

vrijdag 24 juni 2011

Lekker weer

Na het ontbijt strompelde ik naar boven.De achillespezen maakten een licht krakend geluid. De eerste meters richting trap leek het alsof de pezen bleven staan, terwijl de rest van het kolossale lichaam wel in beweging bleef. Eenmaal op gang haakten ook de voeten aan. Het was een ochtend als alle anderen. De laatste dagen bleken fris en regenachtig, maar de radar voorspeelde voor vandaag droogte en hitte. Voor mij reden enigszins paniekerig mijn kledingkast te onderzoeken.

Ik klapte de tot aan de vloer verlengde saloondeuren open. De inbouwkast was rommelig gevuld. De grond van de inbouwkast was volgepakt met een ongebruikte X-Box 360. Een door de kinderen gedegradeerd apparaat, na het te hebben afgelegd tegen heftige concurrenten als de PS-3 en Wii. De overgebleven ruimte onderin de kast bood plaats aan onnodig bewaarde aquarellen, acryldoeken en houtskolen schetsen. Twee paar zomerslippers herinnerden mij aan de reden van inspectie van mijn kledingkast.

Het schoeisel stond vast. Luchtige teenslippers zouden het worden. Ik was mij ervan bewust dat de pijn tussen grote teen en zijn buurman (wijsteen?), mij in de loop van de dag parten zou gaan spelen. Ondanks dat bleef ik bij mijn besluit. Met tegenzin keek ik een plank hoger, op zoek naar het ultieme zomertenue. Van enige structuur was ook hier geen sprake. Toch wist ik twee zomerbroeken te ontdekken. Licht van kleur en dus deugdelijk. Maar na het passen werd al snel duidelijk, dat deze luchtige pantalons om diverse redenen ongeschikt bleken. Waar bij de ene broek de bovenste knoop ontbrak, zat deze bij de tweede veel te strak. Omdat ook de teenslippers niet zouden passen bij een dergelijke lange broek, zocht ik verder.

Een plank hoger trof ik een divers aanbod aan korte broeken. Voor de driekwart broeken gold hetzelfde probleem als de 'gekrompen' lange zomerbroeken. Benauwdheid wegens ruimtegebrek ter hoogte van mijn middel, zou binnen enkele uren leiden tot drift en agressie. Dan maar kiezen voor de sportieve variant, een marineblauwe korte broek tot net over de knieën. De gerafelde onderkant zou zorgen voor een nonchalante uitstraling. Passend bij het door mij gewenst imago. De witte verfvlekken, restanten van een weekend klussen in huis, nam ik op de koop toe.

Ik was voor de helft klaar. Maar de grootste uitdaging stond mij nog te wachten. Het royale bovenlijf diende nog te worden bedekt. Ik heb er een handje van moeilijke beslissingen tot het einde toe uit te stellen. Niet geheel toevalligerwijs was de keuze beperkt. Ik liet de T-shirts links liggen. Deze zouden teveel profiel van het bovenlijf verhullen. De polo's dan maar. Die hielden zich vaak beter aan hun geheimhoudingsplicht. Aangezien de diversiteit in kleuren beperkt bleef tot zwart, zwart of zwart was mijn keuze snel gemaakt.

Ik trok de polo aan en bekeek mijzelf in de grote spiegel. De zwarte polo vloekte op de korte, marineblauwe rafelige broek. Een gevoel van onmacht bekroop mij. Terwijl ik de broek ongecontroleerd en geagiteerd weer uittrok hoorde ik mijzelf brommen: 'je lijkt wel een wijf'.

donderdag 23 juni 2011

A2

Zoals wel vaker kroop ik achter het stuur van de 9-persoonsbus. Hoewel ik alleen reisde nam ik dit vervoermiddel wel vaker in plaats van de personenwagen. Vooral als de prijs van een vat ruwe olie de pan uit rijst, is de keuze voor diesel een logische en snel gemaakt. Ik sloot de gsm aan op de AUX uitgang van de autoradio. Het was net voor half negen in de ochtend. De nieuwslezer van radio 538 las het nieuws met een mooie donkerbruine stem. De dj en zijn kornuiten reageerden melig op alle nieuwsfeiten. Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Vooral de constant dreigende slappe lach van de nieuwslezer werkte aanstekelijk.

Terwijl de dj direct na de laatste schaterlach Snoop Dogg instartte, schakelde mijn gsm automatisch over op de telefoonmodus. De Amerikaanse rapper werd bruut geëlimineerd. Ik had enkele seconden nodig mij te realiseren dat ik werd gebeld. Eenmaal doordrongen van het feit nam ik op en belde handsfree. Hoewel ik zijn naam niet goed kon verstaan wist ik direct met wie ik van doen had. Al sinds een week hoopte ik op contact. Ik besloot het rollen van een Javaanse Jongens even op te schorten. Het bellen en rijden onder de regenachtige weersomstandigheden vroegen beiden om maximale aandacht.

Naast mijn sleutels, werkmobiel, lunch en shag had mijn lief deze ochtend zijn visitekaartje al klaar gelegd. Haar signaal was duidelijk en voor discussie bleek geen ruimte. Zij verwachtte vandaag resultaat. En mocht het initiatief tot contact onverhoopt niet bij de man in kwestie liggen, dan rekende zij op actie van mijn kant. Hoewel ik altijd moeite heb opdrachten te aanvaarden, begreep ik haar wens en behoefte. De tijd begon te dringen. De verhuizing stond nog altijd gepland voor augustus.

Met exact 100 km/u passeerde ik op de meest rechter rijbaan Breukelen. Door het opspattende water van de medeweggebruikers schakelde ik de ruitenwisser in de continue stand. Het telefoonsignaal werd duidelijker en mijn vermoeden bleek juist. Het was de man wiens naam op het meegenomen visitekaartje prijkte. Ik probeerde mijn concentratie te verdelen. De spanning van het telefoongesprek mocht mijn rijgedrag niet beïnvloeden. Ondanks dat schakelde ik toch onbewust over op de automatische piloot. Ik liet de man zijn verhaal doen.

Nadat ik de verbinding had verbroken restte mij nog een schone taak. Lief nam de telefoon verbaasd op. Hoewel we geregeld met elkaar bellen, had ze zo snel na mijn vertrek klaarblijkelijk niet op mij gerekend. Zo leek het in elk geval toen ze verrast mijn oproep beantwoordde. Hoewel ik in dergelijke situaties graag wil plagen, begreep ik direct dat dit niet het juiste moment was voor plagerijen. ' Je raad nooit door wie ik zojuist ben gebeld' begon ik het gesprek nog nevelig. Al snel kwam ik tot de kern van mijn boodschap en vertelde haar het goede nieuws. Niets leek onze verhuizing nu nog in de weg te staan.

De automatische piloot had mij beheerst ter hoogte van Vinkeveen in de stoet filerijdende forensen gemanoeuvreerd.  Niet veel later bereikte ik via de A10 eigenhandig Diemen.

Afscheid

Mijn dochter deed er alles aan de zware tas met traktaties vakkundig en geslepen aan mij over te dragen. Ik hield voet bij stuk. Het was nog angstig stil en een kwartier voor aanvang. Ik telde slechts drie dames in een zwart-wit voetbaloutfit. Strak gestyled. Dat zeker. Vijf minuten nadat het eerste fluitsignaal had moeten klinken, begon ik mij zorgen te maken. Nog altijd bleef het aantal jongedames steken op drie. Waarvan ik er nog eens twee had meegenomen. Het leek een jammerlijk afscheid te worden.

Mijn plaatsvervangende teleurstelling maakte mij onzeker en weer bijna kind. Ze had zich zo verheugd op deze training. Ze wist dat haar iets te wachten stond. Het afsluiten van een succesvolle en vriendinnenrijke voetbalperiode. Vrouwen gaan daar beter mee om. Met afscheid nemen. Zelfs al op 12-jarige leeftijd. Dan dik je zo'n afscheid lekker aan maar geef je de tranen geen kans om te rollen. Je giechelt veel, speelt als nooit tevoren en valt je vriendinnen regelmatig in de armen. Voetbaljongens zouden gaan stoeien.

In paniek belde ik de trainer. Hoewel hij mij geruststelde, bekroop mij toch een onplezierig gevoel. De training stond een uur later gepland. Mijn gemakzucht had mij wederom afgetroefd. Met een uur wachten tot gevolg. Enigszins gelaten nam ik de omgeving in mij op. Een man met de vormen van een enorme peer bemande een professionele gasbarbecue. Zijn rechterbeen steunde op een lege krat. Hij deelde uit en snoepte wat. Het besloten feest was naar binnen verplaatst. Buiten was het fris. Wij probeerden binnen koffie te ritselen bij de gastvrouw, hoewel wij duidelijk niet tot de genodigden behoorden. De dame vervulde haar rol met verve. Gewapend met twee hete koffie in witte kantinebekertjes zochten wij buiten twee vrije stoelen.

De tijd leek te kruipen, terwijl er toch voldoende vermaak was. Een overduidelijk mannelijke boxer zag een slingertouw in de speeltuin als uitdaging. De reu luisterde naar de naam Barrie. Hij was in de bloei van zijn leven en speels. Een verloren flesje AA likte hij met genoegen leeg. De drie meiden vermaakten zich. Speelden tikkertje. Ik vroeg mij af of ze daar niet te oud voor waren. Ik stelde mij voor hoe het zou zijn, als tikkertje ook onder volwassenen nog gewoongoed zou zijn. Uit verveling bij de bushalte. Ineens een medereiziger aantikken en roepen: ' JIJ BENT HEM'!!. Al snel keerde ik terug in de realiteit en keek op mijn android hoe laat het was.

De training was gevarieerd. Mijn dochter was fanatiek en dwong mijn respect af. Alsof Sjakie zijn wondersloffen voor een bijzonder avondje wel had willen uitlenen. Pas na afloop realiseerde ik mij, dat de aanwezigheid van 'zomaar een vriend van haar', wel degelijk een rol van betekenis had gespeeld. Hij was het op wie ze indruk wilde maken. En ze slaagde met vlag en wimpel. Of hij er getuige van geweest is blijft onduidelijk. Hij en zijn meegekomen vriend waren balverliefd. En even druk met indruk maken.

Het afscheid liet ze schijnbaar gelaten over zich heenkomen. Snel en onhandig trakteerde ze haar vriendinnen. De uitgedeelde calorieën compenseerden ruimschoots het aantal zojuist afgetrainde. Het kado was persoonlijk. Ineens waren we haar kwijt. We wandelden rustig naar de auto en zagen haar staan. We reden naar huis. En verheugden ons op de patat gyros.

dinsdag 21 juni 2011

Kluizenaar

Ik mis over het algemeen het vermogen om iets nieuws te scheppen. Zo vroeg mijn juf op de basisschool mij ooit een pennenbak te gutsen. Ik ging voortvarend aan de slag met blok hout en beitel. Ik gutste mij gedwee dagenlang een versuffing. Op het moment dat de eerste blaar zich aankondigde, gutste ik net een paar houtkrullen teveel. De pennenbak deed weliswaar dienst, maar de gapende kier aan de onderzijde herinnerde mij telkens weer aan eerder genoemd gegeven: ik ben geen creatieveling.

Mijn ouders speelden een bepalende rol in dit verband. Door jaar in jaar uit op 5 december met een schetsboek en stiften op de proppen te komen, werd mijn wens ooit iets moois op papier te scheppen in stand gehouden. Tot op de dag van vandaag laat ik mij nog wel eens verleiden, om een amateurset penselen, wat acrylverf  en linnen doeken mee te nemen bij de Xenos. Terwijl ik de winkel meestal slechts binnen stap om mij te voorzien van wc bril met haaienafdruk. Of een cementen boeddhahoofd. De resultaten van het geklodder zijn elke keer weer schrijnend. De doeken worden maandelijks hoogstpersoonlijk door mij afgevoerd naar het grof vuil, aangezien de grijze kliko chronisch ruimtegebrek vertoont.

Mijn onbevredigde creatieve ambitie bleef niet beperkt tot houtsnijwerk, aquarellen, foto en film of  beeldhouwen. Zelfs tussen de schuifdeuren waagde ik als onbevreesd en naief knulletje talrijke pogingen, om als selfmade cabaretier de top te bereiken. In een emmer als mislukte buuttereedner of verkleed in korte broek met soldatenkisten. Gelukkig hebben we de foto's nog. Al plaats ik ze elke keer weer behoedzaam onderaan de stapel. Zelfkastijding is in tegenstelling tot creatief bezig zijn niet mijn hobby.

Gelukkig heb ik nog een laatste artistieke pijl op mijn creatieve boog. Ik heb mijn heil gezocht in het op schrift vastleggen van onze volksverhuizing naar Wirdum. Naar het huis met de ambiance, ideaal voor een beginnend schrijver. Ik zie mijzelf al ongeschoren wat eerste steekwoorden voor mijn debuutroman op papier zetten, terwijl ik ontwaak op één van de twee vides. Ik zie vervolgens vanaf mijn binnenplaats hoe mijn lief de eieren van die dag raapt, terwijl het thema voor mijn wekelijkse column in het DvhN mij op dat moment te binnen schiet. Ik hak het hout en steek de houtkachel aan, waarna ik met mijn laptop en gebrekkig internet al bloggend geniet van de behaaglijke warmte.

Mijn creatieve keuze is hiermee definitef bepaald en dus een feit. Ik kies voor het leven van de schrijvende kluizenaar. Ik ga er gemakshalve vanuit dat opdrachtgevers en uitgeverijen elkaar al wekenlang verdringen, voor de ingang van ons toekomstige pand aan het Damsterdiep.

Geen zorg. We zijn bijna onderweg.

maandag 20 juni 2011

Visserstuig

De camping stond bekend om zijn riante vismogelijkheden. Meerdere houten steigers nodigden uit om eens een werp- of vaste hengel uit te gooien. Wij vonden dat uitgooien als jonge pubers een onnodige inspanning. Niet voor niets zagen wij de voorntjes en stekelbaarzen in grote getale onder de steiger schuil gaan. Verbaasd over zoveel naïviteit kozen wij ervoor, de tuigjes tussen de opening van twee steigerplanken door in het water te laten zakken. Een enkele voorn onderschatte ons vernuft en hapte toe. Bij het ophalen sloeg de schrik ons om het jonge puberhart. De voorn of baars bleek te corpulent (of de ruimte tussen de twee planken te beperkt) en het arme dier bleef steken tussen het steigerhout.

Ondanks deze visonterende ervaring gaven wij de moed niet op. Wel hadden wij onze les geleerd.Vanaf dat moment was respect voor het dier ons credo. Geen gemakzucht meer en niet meer kiezen voor de weg van de minste weerstand! Tot het moment dat duidelijk werd dat ook menselijke schedelpannen veel weerstand kunnen bieden tegen weerhaakjes. Bomen met laaghangende takken idem dito. En voorbijvarende rubber boten wellicht een uitdaging, maar toch nooit het doel mogen zijn van werpend visserstuig.

Op latere leeftijd werd het zoete water nog wel eens verruild voor het zout van de Waddenzee. Onbepakt, slechts gevuld met voldoende duiten, vertrokken wij vaak bij ochtendgloren richting den Oever. Alwaar de schipper ons voorzag van hengelmateriaal en lokaas. Dit laatste in de vorm van weinig appetijtelijke monsters. Pieren om precies te zijn. Of wormen beter gezegd. Het merendeel van ons stoere zeebonken was afhankelijk van de meest gedurfde mannen in het gezelschap. Niet alleen om de eventuele vangst los te maken van de haak, maar om de grote bloederige pieren hier juist aan vast te maken. Want van het vangen van schol of makreel kwam meestal niets. En de enkele verdwaalde gevangen krab bleek ook onvoldoende om een cocktail laat staan salade van te maken.

De laatste jaren heb ik, met mijn ervaringen in het achterhoofd, getracht mijn eigen kinderschaar te begeleiden in het recreatief vangen van vis. Helaas bleek ook in deze gevallen het succes beperkt tot een verdwaalde tak of plastic boterhamzakje, door een of andere onverlaat in de gracht gedumpt. Vrijwel elke vispoging die werd ondernomen eindigde in desillusie en een wirwar van niet meer te redden vistuig.

IJs- en weder dienende wonen wij spoedig aan het Damsterdiep. Geen voorntjes of stekelbaarzen meer maar het serieuze werk. Snoek en karper. Een vernieuwde kennismaking met de visserij. De drie steigers liggen er al en lijken in prima staat. De hengels heb ik nog. En gezien mijn verleden op dit vlak, kan ik hierbij plechtig beloven mij te houden aan een eventueel geldend visqoutum. Eerst nog even wat tuigjes uit de knoop halen.

zaterdag 18 juni 2011

Gert Eric

De lift van het moderne gebouw was futuristisch en had standing. Ik voelde mij wat sjofel in deze omgeving in mijn spijkerbroek. De rafelige broekspijpen maakten het plaatje er niet fraaier op. Gelukkig droeg ik boven de jeans mijn favoriete allesverhullende overhemd. Dat gaf nog enig cachet. Lief had de zwart-wit gestippelde jurk aan waar ik haar bij voorkeur in zie. De hoge laarzen die zij onder de robe droeg maakte het voor mij ideale plaatje compleet. En het compenseerde ruimschoots datgene wat mij ontbrak. Deugdelijk voorbereid stapten wij de lift uit en meldden ons bij de balie.

Na het gebruikelijk gebaar om ons iets te drinken in te schenken, namen wij plaats in de wachtruimte tegenover het kantoor van de adviseur. Onder het ondoorzichtige raamfolie door kon ik een glimp opvangen van de tussenpersoon. Het zicht bleef beperkt tot de glimmende van Bommel of van Lier schoenen. Fraai gepoetst, dat zeker. Al snel werden wij door hem begroet en mochten wij plaats nemen in zijn kantoor, dat veel weg had van een vissenkom in het kwadraat.

De man stelde zich voor als Gert Eric. Ik schrok, aangezien ik wist dat lief vaak overgevoelig kon reageren op mannen met dubbele namen. Ik keek even schichtig naar rechts, waar zij wat onrustig begon te draaien op haar kuipstoel. Maar het was nog te vroeg om conclusies te trekken, het daadwerkelijke gesprek moest nog van start gaan. Voor social talk was wat Gert Eric betreft geen ruimte. Voor ons ook geen probleem. Snel ter zake! Graag zelfs Gert Eric!

Ongelukkigerwijs verliep het gesprek toch zoals verwacht, na het horen van de dubbele naam. De arrogantie, ongeliktheid en laatdunkendheid van Gert Eric werd minutenlang zwijgend door ons gedoogd. Het gebrek aan vertrouwen, empathie en Gert Eric' s bijna kwetsende en denigrerende wijze van communiceren deed onze emmers overstromen. De blik van lief nam zorgwekkende vormen aan. Ik had het niet te doen met de reprimande die Gert Eric de komende minuten stond te wachten. Want zelden had iemand er zo nadrukkelijk om gevraagd. Ik keek trots naar mijn stoere wijf. Bij tijd en wijle een wolf in een verleidende stippeltjesjurk.

Gert Eric was beduusd.  Gert Eric was er toch voor ons? Vanwaar deze vijandelijke houding. Hij zou ons, met zijn jarenlange ervaring in het bank- en hypotheekwezen, verder kunnen helpen. Gert Eric telefoneerde nog wat doelloos met bevriende geldverstrekkers en overige belanghebbende instanties. Maar gedurende het gehele gesprek bleven wij de ongebruikelijke dubbele naam steeds een stap voor. De onkunde en onwetendheid van Gert Eric werd hem door ons nog geen eens kwalijk genomen. De pertinente onwil om dit toe te geven wel.

Gert Eric besloot uiteindelijk toch met een advies. Wij zouden direct en zonder tussenkomst, contact op moeten nemen met een bereidwillig hypothecair. Een dergelijk gecompliceerd maatpak kon Gert Eric niet fabriceren. En de dubbele naam verwees ons door naar de ontwerper. Hypotheek couture.

donderdag 16 juni 2011

Afstand

Een aangewaaide puberdochter, zij is mij zeer dierbaar en onze onderlinge afstand wordt alsmaar kleiner, overviel mij met de vraag. Het was nog vroeg in de ochtend. Toch al niet het meest uitgelezen moment om mij te overvallen met onverwachte, niet geplande bezigheden. De donder- en bliksemgoden deden mijn ochtendgemoed ook geen goed en bleken tegelijkertijd de reden van het eenmalige verzoek. Of ik haar en enkele pubervriendinnen wenste af te zetten bij school. Haast was geboden, de Engels toets stond als startactiviteit op het programma. Gezien de geringe afstand tot het college was er geen paniek, maar het absurd slechte weer maakte dat wij toch tijdig vertrokken.

De eerste reis- en klasgenoot woonde niet ver, hemelsbreed op loopafstand. In moderne woonwijken is dit echter geen garantie voor een korte reistijd per auto. Maar ondanks invoegdrukte, hordes fietsende scholieren en verkeersdrempels in meerdere varianten bleek de eerste afstand snel overbrugd. Ik schakelde de ruitenwisser van de intervalstand naar de continue modus en hervatte onze rit. We dienden slechts de brug over het kanaal te nemen, om in het oude dorp de volgende reisgenoot op te pikken. Daar aangekomen stond zij zoals afgesproken keurig te wachten. Ze stapte in en begroette haar vriendinnen. Ik werd genegeerd maar had begrip. We reden snel weg. Er was al meer tijd verstreken dan gepland, maar met een beetje goede wil kwam de Engels toets niet in gevaar.

Al snel daarna bekroop dochterlief het gevoel van onmacht en paniek. De enorme rij stilstaande auto's op de invoegstrook voor de ringweg baarde haar grote zorgen. 'We gaan het toch wel halen' vroeg zij hoopvol. Ik had geen idee maar probeerde haar gerust te stellen. 'Maak je niet druk, je kan er toch niets aan veranderen'. Alle pogingen om de spanningen bij haar weg te nemen werkten averechts. Reden voor mij om haar een alternatieve route binnendoor voor te stellen. Elk volgend ongewenst verkeersobstakel werd vanaf dat moment met afkeuring en de nodige minachting beoordeeld. Even was ik beduusd en dacht ik een opgestoken middelvinger bij dochterlief te zien. Het bleek een opgestoken duim, ten teken dat zij respect had voor de wijze van inparkeren van een hinderende vrachtwagenchauffeur. De school werd uiteindelijk drie minuten voorafgaand aan de Engels toets bereikt.

Ik vervolgde mijn reis. De afstand tussen college en mijn werkadres die dag bedroeg niet meer dan 35 km, waarvan merendeels over een riante vijfbaans snelweg. Helaas bleek het bereiken van deze verkeersader ook geen peulenschil. De kramp in de linkerkuit nam in de file zorgwekkende vormen aan. Hoewel een schakelauto mijn nadrukkelijke voorkeur heeft, onder dergelijke omstandigheden is een automatische versnellingsbak toch het ultieme vervoermiddel. Anderhalf uur later bereikte ik mijn doel. Het was een forensenrit zoals wel vaker. Waarbij emoties moeten worden uitgeschakeld en berusting het devies is, om schade aan lijf en leden te voorkomen. Waarbij korte afstanden geen garantie zijn voor snelle overbruggingen.

In dit kader wil ik alle toekomstige bezoekers van ons droomhuis in Groningen graag gerust stellen. Hoewel er dan sprake mag zijn van een riante fysieke afstand, eenmaal de Randstad uit en jullie zijn er snel. Tot gauw!

dinsdag 14 juni 2011

Negen ordners

De adviseur had een zuinig, spits gezicht. Zijn ogen leken naar elkaar toe te groeien. Het witte T-shirt onder overhemd en colbert oogde informeel en gaven de kleine kerel enige lengte. Jaren geleden had hij al besloten dat een stropdas niet paste. Het zou teveel afstand creëren tussen hem en zijn cliënten. Het grijs geverfde, achterover gekamde haar vervolmaakte het plaatje waar de verkoper blijkbaar aan wilde voldoen.

Ik had beter moeten weten. Daar waar klanten cliënten worden genoemd moet men op zijn hoede zijn. Gelijkwaardigheid is dan ver te zoeken. Criminelen verdedigd door hun advocaat. Gehandicapten in de zorg. Allemaal cliënten. Vaak zonder enige vorm van autonomie. Waarom drong dit niet eerder tot mij door!

Ik slikte even maar hoorde het blijkbaar goed. ' Wij werken niet op provisiebasis. Wij houden van transparantie dus spreken nu alvast een vast tarief met u af. € 2.500, - . Weten we allebei waar we aan toe zijn. Toch? De hypotheekadviseur drukte zijn Parkerpen tegen zijn onderlip en staarde erudiet en zelfverzekerd naar het plafond. Het leek een plausibel verhaal. Er volgden een vijftal seconden stilte. 'En 100% puur advies' hervatte de tussenpersoon zijn betoog. Alsof door een wesp gestoken schrok ik van het door de adviseur gekozen moment, om zijn pleidooi extra kracht bij te zetten.

Ik had beter moeten weten. Daar waar verkopers de term 'transparant' in de strijd gooien, blijkt achteraf alles ondoorzichtig. Geen vast percentage dus van de koopprijs, maar binnen een poep en een scheet berekenen hoeveel uur het je gaat kosten. Daar dan vervolgens een willekeurig, voor ons ondoorzichtig uurtarief op los laten en hoppa! Hoe doorschijnend wilt u het hebben!

Al onze zielen en zaligheden vlogen tijdens het inventarisatiegesprek over tafel. Ook daags na onze eerste ontmoeting ontvingen wij van het kleine grijze heerschap nog meer verzoeken. Om nog meer opheldering. Loonstroken, jaarcijfers, aangiftes en rapporten. Gegevens, prognoses en taxaties. Tot het moment daar was. Ik slaakte een transparante zucht van verlichting. Deze fase zat erop. Wij kregen groen licht om alle 9 ordners weer op te bergen in het archief. Wat niet meer was dan een rieten mand, waarvan de klep met scharnier het intussen had begeven.


Inmiddels is de charlatan ontslagen. De wolf in intermediairskledij bleek nog geen eens een schavuit. Maar toch op zijn minst een lefgozer en een branieschopper. Charlatan en grootspreker. Ik had het moeten weten. Grootsprekers zijn vaak kleine mannen.


Ik opende de kapotte klep van ons archief. En haalde met een zucht de negen ordners weer tevoorschijn.


Thuis komen

Ik kom thuis na een vermoeiende rit. De Volvo pruttelt langzaam, de 220 km deden hem goed. Hij presteert op zijn best op de lange afstand. Een type Bob de Jong. Stribbelt nog een beetje tegen als hij koud is, maar eenmaal op gang weet hij van geen ophouden. Een enkele broodnodige tussenstop bij een benzinestation geeft mij nieuwe energie maar doet hem zichtbaar pijn.

Terwijl ik het toegangshek nader, loopt opa al richting de afscheiding om deze voor mij te openen. Hij heeft vast een goede dag. Ik groet hem nonchalant met mijn rechter wijsvinger en parkeer de bolide. Ik gris mijn werktas van de bijrijdersstoel en hang deze achteloos en wat shabby om mijn schouder. Mijn shag steekt half uit mijn kontzak. Ik ben een slons en vindt het best. De tuin is weergaloos, de kippen pikken en de sla moet nog gerooid. Ik zie een puber of vijf in zwemkleding veel te snel over gladde houten vlonders rennen. Pas toch op!

Ik gooi mijn tas direct na binnenkomst onder de kapstok. Het huis ontbeert een gang, of hal. Precies zoals zij het wil. Op maat gemaakt. De deuren naar de binnenplaats aan het water staan wagenwijd open. De gordijnen waaien zachtjes naar binnen. Er staat een briesje. Niet meer dan dat. De pubers slaan badlakens om zich heen en verdelen de koude pannenkoeken van gisteren. De poedersuiker wordt stelselmatig te hard op de tafel terug geplaatst. Omdat dat zo'n leuk wit wolkeffect geeft. ' Jongens, doe dat nou niet.'

De muziek staat hard. Zoals dat wel vaker het geval is. Het is fijn thuiskomen bij zingende mensen. Ik grijp haar weinig ondeugend bij haar rechterbil. Ze draait haar hoofd naar mij toe om mij kussend te begroeten. Ze verlaat het fornuis niet. Want het is risotto, en daar moet je bij blijven. Het deert mij niet. Ik verheug mij op haar kookkunsten met Parmezaanse kaas en rucola. De koude witte wijn met ijs schenk ik voor ons in.

We nemen onze glazen mee en laten de drukte even voor wat het is. We zitten voor ons huis. In de zon. En we weten dat het goed is.

maandag 13 juni 2011

Respect

Ik heb in mijn leven al heel wat guldens en euro's betaald aan zaken die niet tot mijn eigendommen behoorden. En dan heb ik het niet over pneumatische boren van Boels of bierpompen en feesttenten van een willekeurig partyverhuurbedrijf. Ik heb het over huurwoningen in bezit van vastgoedmagnaten. De conclusie na zo'n 23 jaar huren laat zich raden. Vele euro's en guldens armer. Geen cent rijker.
Ik heb in die 23 jaar toch zeker al zo'n kleine 175.000 euro's aan huur, lease of pacht overgemaakt. En dat frustreert mateloos. Menig louche  vastgoedmagnaat zal zijn neus ophalen voor dit soort futiele bedragen. Maar ik kan het maar moeizaam verkroppen. Gelukkig heeft rijkdom niet mijn prioriteit in de zoektocht naar zingeving en geluk.
Ik ben er dan ook van overtuigd dat niet de keiharde euro's de reden zijn van mijn ontgoocheling en teleurstelling. Nee, het is vooral de handelwijze van dergelijk gespuis. Want zelden werd ik als klant gezien. En als ik al even mijn stem verhief, was daar altijd weer de hooghartige houding van de eigenaar: ' Ik zou maar inbinden als ik u was. Wij bepalen de regels. Het zijn onze eigendommen'. Het gebruik van de meervoudsvorm in het geval van eigendommen, benadrukte nog eens de macht van de tegenpartij.
Maar binnenkort ziet de wereld er anders uit. Ik ga mij scharen onder de grondbezitters. Een klein stukje Nederland wordt van mij. Ik mag beslissen wat er de komende jaren gebeurt met deze 1603 m2 Gronings land. Dat ik hierbij rekening dien te houden met vergunningen, bestemmingsplannen en verordeningen neem ik wel op de koop toe. Vrijheid en autonomie in het verschiet!

Meerdere geldverstrekkers staan uiteraard te popelen samen met ons de woelige financiële baren te bevaren! Vriendelijkheid alom. De intermediair is al in de tutoyeerfase. De kopers makelaar leeft begripvol met ons mee. De notaris offreert ons op aangename wijze. Respectvolle omgangsvormen alom.
Kijk. Zo kan het dus ook.

zaterdag 11 juni 2011

Wild

De liefde voor mijn kat is moeilijk in woorden te vatten. Niet dat ik nu zo gesteld ben op zoveel overdosis eigengereidheid, maar ergens weet hij toch altijd een gniffel te ontlokken. De kat beantwoord deze uiting van sympathie meestal door zijn ogen charmant samen te knijpen, ten teken dat de kust veilig is. Geen zorg baas, uw territorium is volledig uitgekamd en er ligt geen kwaad op de loer.

Dat inspecteren van de omgeving gebeurt overigens zorgwekkend neurotisch en dwangmatig. Elke kleine nuance die wordt aangebracht in, aan, om of op het huis, is reden voor het sierlijke monster om nadrukkelijk zijn ongenoegen te melden. Alles enkel en alleen gestoeld op slechts enkele ambities: jullie zorgen voor mijn vreten. Pas ik wel op de hut. Raak me verder maar niet aan. Als ik daar behoefte aan heb, dan meld ik mij wel.

Al deze sierlijkheid staat haaks op zijn gehospitaliseerde tegenpool. 
Waar een kat de hele dag het fort bewaakt, snuffelt de hond het huis rond op zoek naar broodkruimels. Honden met katten vergelijken is als appels met peren. Of beter gezegd hyena's met jachtluipaarden. Of zoals Midas Dekkers het ooit omschreef: Amsterdammers met hun katten tegenover Rotterdammers met hun honden.

Buiten wat vogels, een enkele pad of een verdwaalde egel kent onze huidige habitat niet veel verrassingen. En dat beviel mij tot nu toe prima. 
Het ruimen van bedreigende diersoorten bleef beperkt tot een enkel langpotig insecticide. Maar verder liever geen surprises wat mij betreft in flora maar net name fauna. In dit verband doet onze verhuizing naar Groningen mij weliswaar niet sidderen, maar van enige onzekerheid voor het onbekende is wel sprake.

Want hoe te handelen bij het aantreffen van een muskusrat? Wat te doen bij een overstekend hert of wild zwijn? Iedereen naar binnen roepen als er een havik in zicht is? Het kan niet anders of ik zal het moeten ondergaan als een echte kerel, de man des huizes.

Ik geef de hond alvast een extra kluifje. Zal hem voorlopig niet meer aanspreken op zijn geblaf, gelik, gegrom en lompheid.

Ik geef de kat wat resten gerookte zalm. Negeer zijn gebrekkige behoefte aan affectie. Accepteer voorlopig de ruwe tong. Want het zijn mijn bondgenoten.
Straks in Groningen.












woensdag 8 juni 2011

Voetbalmeisje

Verdedigend is ze het best te vergelijken met Ronald Koeman. Hoewel ze niet snel op een passerende trein zal stappen. Want ze is haar club sinds haar eerste balcontact, nu drie jaar geleden, trouw gebleven. Vooral voetballend voldoet ze aan de vergelijking. Ze leidt energiek, robuust en manmoedig haar verdediging. Hoe groot haar mond buiten het veld soms mag zijn, binnen de lijnen is haar gedrag voorbeeldig. Ze verdedigt zuiver, heeft ook geen overtreding nodig om de spitsen van de tegenpartij af te stoppen.


Nog beter tot haar recht komt ze op het middenveld. Daar kan ze haar verdedigende kwaliteiten combineren met haar drang naar voren. Van voor naar achter, van links naar rechts struint ze het hele veld af. Want conditioneel zit het wel snor. Niet vreemd voor iemand die het vermogen ontbeert om ook maar vijf minuten stil te zitten. Laat staan tegelijkertijd haar waffel te houden.


Hoewel het drie jaar lang haar vurige wens bleef de veelscorende spits te zijn, heeft ze van haar coaches nooit echt de kans gekregen zich op deze positie te bewijzen. Feitelijk gooide zij haar eigen glazen in door op andere posities boven de middelmaat uit te stijgen. Dat zij ooit het doel zou verdedigen was wat haar betreft geen optie. De bal zou te vaak te hard op haar afkomen.

Het heeft haar vriendinnen opgeleverd. Ze kent nu het gevoel van kampioen zijn. Het zwart-wit zat haar als gegoten. Ze haalde zelfs de schoolvoetbalselectie. Voor jongens wel te verstaan. Volgende week speelt ze haar afscheidswedstrijd. Binnenkort speelt ze in Groningen.

Haar draai zal ze wel weer weten te vinden. Net als haar schotkracht en ausdauer. Daarover geen zorgen. Over de nieuwe clukleuren wel. Want het blijft een meisje.

maandag 6 juni 2011

Klunsjesman

Natuurlijk zou ik graag mankementen aan fietsen van het tienervolk in dit huis moeiteloos repareren. Bij meldingen van lekke banden raak ik opgetogen en zoek ik in eerste instantie en met genoegen en optimisme mijn Hema doosje. Want wat is een man zonder degelijke bandenlichters en Simson Solution in geval van bandenpech? Na het lijmen is het resultaat meestal verbazingwekkend bedroevend.  De fietslamp terloops gesloopt. De trommelrem dood en de band meestal de volgende dag weer luchtledig. Waarna ik met het schaamrood op de kaken de fiets achterin de auto prop en richting fietsenmaker koers, alwaar ik nederig en respectvol de beste man vraag de klus voor mij te klaren.

Natuurlijk zou ik graag de hoop in bange ontlastingsdagen zijn, mocht het toilet weer eens zijn overvoerd met watjes, tissues, natte billendoekjes en buitensporig veel toiletpapier. Want hoe onaantrekkelijk het mankement ook mag lijken, de wil om ook deze klus te klaren ontbreekt zeker niet. Totdat blijkt dat ik met mijn kruiskopschroevendraaier (geplukt uit een voordeelbak bij de Wibra) de schroef waarmee de pot is bevestigd dol heb gedraaid. Met als eindresultaat dat de pot blijvend wiebelt. En elk volgend zittend toiletbezoek kan worden vergeleken met een ritje in de Python.

Natuurlijk raak ik enthousiast en bijna euforisch, als mijn lief een beroep op mij doet met het verzoek laminaat te leggen. Op de gehele eerste verdieping en zolder. In de bouwmarkt doe ik nog voorkomen alsof het een fluitje van een cent is. De producent noemt het kliklaminaat. Een kind kan dus de was doen. Totdat je één kamer verder bent, niet één keer ' klik' hebt gehoord, de afstandsblokjes spontaan bij elkaar op bezoek gaan en de bolling in het midden van de kamer hardnekkig is. Waarna de euforie is omgeslagen in een combinatie van razernij, drift en frustratie.

Naar de reden van mijn geldingsdrang kan ik slechts gissen. Ook de steeds weer terugkerende animo om mij op te werpen als redder in nood blijft verbazen, gezien mijn louche verleden als klunsjesman.

Maar nu is het klaar. Ieder zijn vak. Professionals zijn vanaf nu geen taboe meer in huize @RudiVP.  En dat komt goed uit. Want ik moet nodig strijken.
 















zondag 5 juni 2011

Baard in de keel

Baard in de keel is mij inmiddels ontstegen. In elk geval in lengte. Ook zonder zijn nu nog glimmend nieuwe 'Neikies' overtreft hij mij in verticale centimeters. Wat gewicht betreft hoop ik voor hem dat hij iets meer geduld heeft. Maar baard in de keel is aardig op weg gezien zijn exorbitante eetgedrag. Baard in de keel gedraagt zich namelijk als een roofdier. Kan het best worden vergeleken met een hyena. Met een sterk aflopende gekromde rug aast baard in de keel dagelijks op alle etensresten in onze onnatuurlijke habitat.

Baard in de keel lijkt het begrip ' hobby'  nog niet te hebben ontdekt. Natuurlijk, hij sport op zaterdag en traint doordeweeks een uur. Maar de netto vrije tijd die resteert na school benut baard in de keel toch bij voorkeur op zijn rug. Met de PS3 controller binnen handbereik, voor het geval baard in de keel een actieve opleving mocht krijgen.

De hiërarchie is belangrijk voor baard in de keel. Zijn rol als oudste man in de lijn neemt hij serieus. Kan niet anders dat dit voor baard in de keel regelmatig reden is om zijn vader fysiek te testen. Hij legt het nog af. Is feitelijk nog niet bewapend tegen een dergelijk kolos. Maar lang zal het niet meer duren.

Baard in de keel weet overigens prima om te gaan met alle aanlokkelijkheden die hem dagelijks worden aangeboden. Zo lijkt het in elk geval. Ik heb baard in de keel nog niet kunnen betrappen op misbruik van wat dan ook. Het overtollig consumeren van etensmiddelen daargelaten.

Soms, heel soms laat baard in de keel zijn bravoure even voor wat het is. Kruipt hij weer tegen zijn vader aan. Zoekt hij bevestiging. Vraagt hij voor het naar bed gaan of ik nog even wil kletsen. Als alternatief voor het vroegere voorlezen uit een prentenboek. Hennie de Heks, Elmer de Olifant of de Gruffalo.

Volgend jaar doet baard in de keel voor het eerst eindexamen. Ik ben trots op baard in de keel.

vrijdag 3 juni 2011

Straatweg

Het is een van de toegangswegen naar de stad. Daar waar na de sportvelden de eerste Utrechtse bebouwing begint. Waar arbeidershuisjes herinneren aan de oude Demka tijd. De staalfabriek die door de Muinck Keizer (DMKa) uit de provincie Groningen van Hoogezand-Sappermeer naar Zuilen werd overgeheveld. Waar cafe Elinkwijk aan de roemruchte voetbalvereniging doet denken. Daar waar lijn 3 van het GVU de Staatweg opdraait en de kippen uit het Julianapark de baas zijn.

Elke meter dichter naar de stad doet de activiteit toenemen. Oosterse toko's naast de ouderwetse Chinees. Oerhollandse gebakkraam naast Vietnamese loempia's.  De Watertoren en La Cloche, waar nooit iemand naar binnen of naar buiten lijkt te gaan. De Straatweg is hier een gemeleerd gezelschap van diverse culturen. Daar waar je altijd op je hoede bent, maar tegelijkertijd geniet van de unieke sfeer.

Het is de uitvalsweg richting Delfzijl. De moderne weg volgt vanuit Groningen het Damsterdiep in oostelijke richting. Waar moderne nieuwbouw direct aan het water schril afsteekt tegen de volgepropte arbeiderswijk even verderop.  Al snel zijn de eerste weilanden zichtbaar. Een rij vrijstaande huizen genieten hier onder de rook van de stad van een vrij uitzicht.

Niet veel verder begint heet echte Groningse platteland. Waar vermoeide fietsers doen denken aan de hit van Boudewijn de Groot. Fietsenstallingen naast bushaltes bewijs zijn van het feit dat iedereen hier van ver lijkt te komen. Imposante witte molens en en velden met wat mij betreft voorlopig nog onbekend gewas. Het inburgeren moet dan ook nog beginnen.

Een eenvoudige rekensom leert dat ik de Utrechtse Straatweg nu zo'n 43.500 keer heb bereden. Per bus, fiets, scooter, auto of in geval van buitensporig alcoholverbruik incidenteel per taxi.

Me dunkt. Hoog tijd om eens een andere route te kiezen.

donderdag 2 juni 2011

Galgenwaard

Nu de Groningse verhuizing weer onbedreigd bovenaan in het prioriteitenlijstje bivakkeert, mag ik concluderen dat ik de afgelopen dagen weer nuttig heb besteed. Ik zette de voor- en nadelen van ons convoi exceptionnel richting Wirdum nog eens op een rij. En als rechtgeaard bovenmatig emotioneel pessimist kom je dan al snel op de nadelen. Waarvan het feit dat ik de Galgenwaard niet snel meer zal bezoeken wel een 'gestrekt beentje' is.


Ik ging als 7-jarige graag met mijn vader en broer mee. Een zondagmiddag naar FC Utrecht. Hendrik Hendriksen, Jan van Staa, Joop Wildbret. En een wielerbaan, vele malen interessanter dan de waarschijnlijk toch wel nipt verloren thuiswedstrijd. En anderhalf uur staan is best veel papa. Dus mogen we nu alsjeblieft weer van de wielerbaan afglijden?


Nieuw Galgenwaard werd gebouwd. De wedstrijden verplaatsten zich naar het noodstadion op de Veemarkt. De grimmige sfeer van toen is gebleven op de huidige dinsdagse automart. Hans van Breukelen. Willy Carbo. Een eigen seizoenskaart want wij waren per slot van rekening al grote jongens. Met stoere verhalen over rellen, bijtende bouviers en schuddende supporterstreinen. Wij hoorden erbij. En liepen mee.


En uiteindelijk belanden al die stoere jongens in het huidige familievak. Met hun voetbalgekke kinderen, welk geslacht dan ook. Net als ik.


Het cynisme en de haat-liefde verhouding die ik heb met de club zal blijven. Maar de bezoeken aan het stadion gaan drastisch verminderen in aantal. En dat ga ik missen. Daar kan geen Euroborg tegenop.

Kogel

In vroeger tijd werden in gevechten de kerkgebouwen uit respect ontzien. Als de vijand zich niet aan deze ongeschreven regel stoorde en zijn kogels ook door de kerk schoot, dan betekende het dat het ergst denkbare was gebeurd. Aldus het van Dale groot uitdrukkingenwoordenboek.


Het zoemde enkele dagen geleden voor het eerst rond. Er was sprake van een volledige pgb afschaffing. Wij reageerden lacherig en veroordeelden de geruchtenmachine, beter bekend als Twitter. Maar naarmate de tijd verstreek werd het gerucht meer en meer bevestigd. En werden wij net als vele anderen heen en weer geslingerd tussen woede, wanhoop, bezorgdheid, frustratie en ongeloof.


Uiteindelijk volgde er een besluit en resteerde enerzijds blijdschap. Want het kabinet besloot wijselijk dat mensen met een een verblijfsindicatie gebruik mogen blijven maken van het pgb. En hiermee is de kwaliteit van leven van opa voorlopig gegarandeerd. Zelfs per 2014 verankerd als ik mij niet vergis.


Anderzijds resteert een gevoel van onbegrip. Omdat de welvaart van de één blijkbaar ten koste moet gaan van het welzijn van de ander. Veel chronisch zieken en gehandicapten gaan kwaliteit van leven inleveren omdat zorg op maat als te kostbaar wordt beschouwd. Deze mensen zijn in veel gevallen weer aangewezen op vrienden, familie en kennissen. Want thuiszorg kan slechts het minimaal vereiste leveren. Datgene waar zij de afgelopen jaren voor leefden is hen voor het grootste deel afgenomen. En dat is een hard gelag.


De pgb kogel heeft ons weliswaar niet geraakt, maar we zien wel hoe verwoestend hij is.