Follow RudiVP on Twitter

zaterdag 30 juli 2011

Vakantie (1)

Mijn werk was af en de computer afgesloten. Slechts één A4 lag er nog. Een collega was zo vrij geweest het Gronings volkslied uit te printen en op mijn bureau achter te laten. Op deze ietwat ludieke wijze wenste ze mij een succesvolle verhuizing toe. Ik las het vluchtig en realiseerde mij dat er nog een stevige taalbarrière te overwinnen viel. Ik vouwde de A4 nauwkeurig en stopte deze in mijn vestzak. Ik had mijn stoere schoudertas deze ochtend thuisgelaten. Niet voor niets was het mijn laatste dag voor de vakantie. Ik nam afscheid van een enkele collega. Het was vandaag een extreem stille vrijdag.

De omstandigheden verhinderden een ultiem vakantiegevoel. Ik realiseerde mij dat ik dit traject vandaag voor het laatst volgde. Maar van enige neerslachtigheid was geen sprake. De A2 kan mij gestolen worden. Maar probeer een dief maar eens zo gek te krijgen. Waarschijnlijk was er een andere reden voor mijn gebrek aan euforie. Ik reed ontspannen Abcoude en Vinkeveen voorbij en stoeide wat met oude cd's.

Amy Winehouse bleek daarop uitermate populair. Op elke cd gaf zij acte de présence. Ik snoerde haar telkens de mond. Uiteindelijk moest Matisyahu, zoals wel vaker het geval was, mij blijmoedig stemmen. Drie weken vrijheid lagen aan mijn voeten! Maar zelfs dat bleek onbegonnen werk. Ik verontschuldigde mij, als niet praktiserend Jood, wat knullig bij de artiest. Natuurlijk zou hij mij niet horen, maar het vroegtijdig afbreken van zijn muziek voelde als verraad. Ik wens geen Joden te beledigen. Ik passeerde Breukelen. De volgende afslag was de mijne.

Ik nam de afslag Maarssen en remde nonchalant bij de eerste verkeerslichten. Hoewel ik ontspannen was voelde het nog altijd niet als vakantie. Terwijl ik het bord Maarssen passeerde wist ik dat ik bijna daar zou zijn, wat nog een week mijn thuis was. Ik reed de wijk binnen. Al snel zag ik mijn zoon in de weer met een kruiwagen. Hij vervoerde dozen naar schuren. Achter zijn playstation weggerukt. Hij wist dat van ontkomen geen sprake kon zijn. Ik parkeerde de personenbus en slenterde naar huis.

Voor de deur signaleerde ik stapels gesloopt laminaat. Ik betrad de betonnen vloer in de hal. Gaf mijn vrouw een kus terwijl ik mijn schoenen naast de radiator plaatste. De grondverf was hierop goed zichtbaar. Ik legde mijn sleutels naast de diverse verfmaterialen op de riante eettafel. Beukenhout vermoed ik. De tafel had zijn functie tijdelijk verloren. Maaltijden werden op de driezitter genuttigd. Danwel op een tafelkleed op de vloer. Ik telde de veertien treden naar boven. Mijn sokken plakten aan de lijmresten.

De eerste verdieping leek verhuisklaar. Bedden stonden hier gedemonteerd en demonstratief tegen de muur. Ik rook de geur van wasverzachter richting zolder. Ook op de bovenste woonlaag was al het nodige werk verricht. Deze verdieping diende voorlopig tevens als kampement voor een viertal pubers. Ik daalde weer af richting begane grond. Ik opende de koelkast en greep een koude Amstel. Ik nodigde mijn lief uit voor een pauze in de tuin. Ze mompelde "ja, is goed". Ik schonk mijn bier in het laatste nog beschikbare bierglas. Ik nam een grote slok en slaakte een diepe zucht. Mijn vakantie was begonnen.

dinsdag 26 juli 2011

Traditie

Het gebeurde ooit op de N261 als ik mij niet vergis. De weg leidt in elk geval naar Kaatsheuvel. Daar waar Pardoes en zijn kornuiten dagelijks vertier bieden. Ik reed stapvoets in onze donkerblauwe Volvo 940. De kinderen, toen nog geen pubers, pasten nog met vier tegelijk op de achterbank. Maar die jeugdigheid, en waarschijnlijk ook het ruimtegebrek, had tevens een hinderlijk neveneffect. Het gespuis maakte elkaars leven daar waar mogelijk zuur. Een onophoudelijke stroom aan vuilspuierij, handgemeen en dreigementen irriteerden mateloos. Van geconcentreerd autorijden was al lang geen sprake meer. Ingrijpen was gewenst!

Terwijl ik mijn rechterarm om de passagiersstoel sloeg, fronste ik mijn wenkbrauwen en draaide mij richting achterbank. Een onnavolgbare tirade volgde. En een klap. Verschrikt liet ik de passagiersstoel los. Ik richtte mijn blik weer op de N261. Woede sloeg om in verbazing en ongeloof. Blijkbaar was de Volvo 940 tijdens mijn scheldkanonnade blijven rollen. Tot de achterbumper van mijn voorligger het logge Zweedse monster tot staan hield. Terwijl het eerste, zij het lichte gegniffel in de Volvo 940 al hoorbaar was, stapte ik uit. Ik moest mij vermannen en de confrontatie aangaan met mijn voorligger.

De tegenpartij reageerde in eerste instantie overdreven verbolgen. Blijkbaar had hij de cursus ' Hoe overleef ik blikschade' succesvol afgerond. Ik reageerde assertief en probeerde het heerschap weer met beide benen op de grond te plaatsen. Hoewel ik schuld bekende, bleek van enige zichtbare schade geen sprake. Ik haalde het maximale uit mijn mannelijkheid en wist de tegenpartij te overtuigen. Gewapend met mijn telefoonnummer vervolgde hij zijn filerit. Ik draaide mij om richting Volvo 940. Vijf triomfantelijke en glimmende gezichten keken mij aan. Ik stapte in en sloot weer aan in de lange rij. En vervolgde mijn weg richting pretpark.

Het bleef niet lang stil in de Volvo 940. Het eerste gegiechel was al snel hoorbaar. Ik meen dat mijn partner hiertoe het inititatief nam. Het gebeurt wel vaker dat mijn zeldzame aanvallen van gecontroleerde woede belachelijk worden gemaakt. Al snel sloeg ook mijn humeur om. Ik zag het betrekkelijke ervan in. De Volvo 940 was wel gewend aan wat naderend onheil van buitenaf. We parkeerden de Scandinavische tank op het inmense parkeerterrein. En gunden hem zijn welverdiende rust.

Het bleek een incident en wij wisten dat. Dagen als deze kenden namelijk geen tegenslag. Het was verworden tot een jaarlijks terugkerende traditie. Meestal rond de kerstdagen. Wachtrijen dik werden getrotseerd. Kou genegeerd dankzij meters hoog houtvuur. Attracties vermeden vanwege angst. En broodjes Unox verorberd alsof het een delicatesse betrof. Zo ook vandaag. Op een onverwacht zonnige zomerdag. Geen vuiltje aan de lucht. We absorbeerden alle indrukken en de intensiteit was groot. De dag duurde maximaal. Maar het voelde anders...

Op de N261 op weg naar huis volgde ik een gesprek, gaande op de achterbank. Het dilemma behelsde het aanbod aan pretparken in Groningen. De stilte in de auto was luidruchtig. Ongemakkelijk schoof ik heen en weer op mijn bestuurdersstoel. Wijselijk besloot ik te zwijgen. En mij te concentreren. Op de N261.

donderdag 21 juli 2011

Eruptie

Aan de stoere opperhuid was in eerste instantie niets merkbaar. Het mechanisme van de buitenste beschermlaag kende vooralsnog geen problemen en functioneerde uitstekend. Gevaren van buitenaf zoals schimmels, bacteriën en virussen werden moeiteloos geweerd. Dreigde er al gevaar, dan werden nieuwe herstellende cellen in rap tempo geproduceerd. En hoewel het qua pigment allemaal best iets gunstiger had mogen uitpakken, ik was trots op mijn opperhuid. Het verkocht zich duur in zijn eeuwige strijd tegen onaangename en vaak onaangekondigde gevaren. Zowel van binnen als van buitenaf. Toch diende ook de opperhuid te allen tijde voorbereid te zijn op naderend onheil. En daar was het zich terdege van bewust.

Hoewel ook de onderliggende en vaak overgevoelige onderhuid relatief weinig kuren vertoonde, leek de rek er hier toch enigszins uit. Bloedvaten zorgden hier al enige tijd voor verhoogde temperaturen. Afvalstoffen begonnen zich, hoewel bescheiden, toch al aarzelend op te hopen. Maar vooral de zenuwen leken oorzaak van mijn onbehagen en verhoogde warmtegraad. Deze onderliggende huid was nadrukkelijk toe aan vervanging. Maar in tegenstelling tot zijn bovenlaag beschikte deze huidlaag niet over deze functie. Er zat dus niets anders op dan afwachten. Het was nog te vroeg om actie te ondernemen. Maar dat er iets broeide was duidelijk.

Mijn gevoelens van antipathie, gruwel en afgrijzen lagen dieper geworteld. Tot ver in het onderhuids bindweefsel. Daar waar niet voor niets vele smoezelige, vunzige vetcellen in grote getale ophopen. Waarschijnlijk was het bindweefsel niet in staat om de orde te handhaven in het overschot aan ranzig vet. Dit toch meestal ongenaakbare stuk huid was het spoor even bijster. Hoe om te gaan met deze acute stroom aan zwijnerij? Een beetje onderhuids bindweefsel wist zich wel raad als een janboel dreigde. Maar hier was het niet tegen bestand. Hier begon het vulkanisch geweld, met een duizelingwekkende eruptie tot gevolg.

Ik twijfelde lang. Ik zocht naar de juiste woorden. Ik vond de  toon. En nam een beslissing. Alle bagger, smurrie en slik werden omhoog gestuwd. In een hoeveelheid waar het vliegverkeer van in de war zou kunnen raken. Ik vertaalde het oprechte misnoegen in letters en gebruikte exact het juiste aantal woorden. Mijn boodschap was helder en duidelijk. Eventuele schade nam ik op de koop toe. De huid zou zich toch spoedig weer herstellen en zich snel klaar maken voor nieuw naderend onheil.

Tevreden vulde ik mijn limonadeglas met rode wijn. Het juiste glasservies voor dergelijke alcoholische versnaperingen stond al ingepakt klaar. Ik liep licht euforisch richting een willekeurige tuinstoel. Buiten was het lekker. De zon scheen op mijn huid.

woensdag 20 juli 2011

Drukte

Daar waar van alles tegelijk aanwezig is, daar is sprake van druk. Een binnenstad op zaterdagmiddag. Een kampeerveld bij Pinkpop. Een Ikea op 2e paasdag. Of bij tijd en wijle een willekeurig rijtjeshuis in een woonwijk in de randstad. Daar waar slechts woningen zijn. En speeltuinen. Met schommels en wipkippen. Draairekken en zandbakken. Vol met kattenstront. Zo'n huis, daar kan het soms heel druk zijn. Zo ook nu. Du moment. Van boven tot beneden hebben ze hun vlag geplant. Heel veel vierkante meters in beslag genomen. Vaak in de vorm van liggende ledematen op een zitbank. Of zwervend kledingmateriaal en schoeisel, terloops afgeworpen of uitgetrapt. Alle kamers zijn bezet. De rijtjeswoning telt er vijf. Dat past vanavond dus precies. Als de vijf pubers naar bed moeten. Waarschijnlijk na de nodige aansporing van vader en moeder. Die zich vervolgens irriteren aan de professionele tijdrekkerij.

Hij zal nu een jaar of 28 zijn. Fors gebouwd en nors uiterlijk. Niet vreemd gezien zijn Oost-Europese afkomst. Zijn ervaring in de bouw en behulpzame karakter kwamen mij jaren terug goed van pas. Zo'n 3000 klinkers moesten worden getransporteerd. Hij reed een robuuste pickup truck van Ford en bezat het juiste materiaal. Zo behoorde een klinkerdrager tot zijn uitrusting. Ik wist niet eens van het bestaan, terwijl het hulpmiddel met gemak meerdere stenen tegelijk kon tillen. Het regende pijpenstelen, maar het zware werk voelde goed. Op momenten dat de rug even niet meer wenste door te werken, smaakte het biertje hemels. De stenen kwamen uiteindelijk daar terecht waar ze hoorden. In mijn achtertuin van 45 m2. Tussen herkenbare schuttingen van een willekeurige bouwmarkt. Na het leggen van het terras bleken vele klinkers overtollig. De zin en energie om deze af te voeren ontbraken. Dus we stapelden de stenen en noemden het tafels. Slijten of wegwerken kon altijd nog.

Het was een werkdag als vele anderen. Rond drie uur in de middag werd ik al moe van de monitor en al zijn getoonde cijfermateriaal. Liever was ik thuis. Hoewel het daar druk was, kon ik ook genieten van de animatie en huiselijkheid. Ik besloot de mij nog resterende uren nuttig te besteden. Plaatste nog wat cijfermateriaal in excel bestanden. Draaide overzichten uit, maakte talloze prints en voerde overleg met collega's. En we noemden het arbeid. Als een volleerd bureauwerker besloot ik dat vijf uur een klassieke tijd was om huiswaarts te keren. Ik greep mijn leesbril, waarvan ik pas na mijn recente aanschaf bemerkte dat het een model Frans Molenaar was. Stopte mijn shag in mijn schoudertas en zocht mijn autosleutels. De rit naar huis over de A2 was een prima gelegenheid mij in te stellen op de komende drukte.

Ik opende de voordeur en wierp mijn tas op de plek waar ik dat altijd deed. Terwijl ik nog in de gang stond, werd ik vanuit de achtertuin al hartelijk begroet. Het warme onthaal voelde goed. Ik groette de kinderen terug en kuste mijn vrouw. Aan de gezichten viel te lezen dat ik iets over het hoofd zag. Ik draaide mijn blik richting tuin. De uit klinkers gebouwde tafels bleken voor een groot deel verdwenen. Ook nog wat resterende grindtegels bleken door de pubers overgedragen aan de gemeentereiniging. Met behulp en onder een strak doch sociaal bewind van moeder. Mijn verbazing en verwondering waren oprecht. Mijn blijdschap bleek voldoende beloning.

Ik keek op de klok. Mijn blog was geschreven. Het was bijna 01.00 uur. Tijd om te gaan slapen. Morgen weer een drukke dag. Op het werk.

zondag 17 juli 2011

Moi!

We hadden er voor gespaard. Mijn broer en ik. Hij had uiteraard meer te besteden. Joods bloed kruipt bij de een nu eenmaal sneller dan bij de ander. Dus hij besloot de luxueuze Koga Miyata aan te schaffen. Destijds de Japanse keizer onder de wielrenfietsen. Met flitsende kleuren en razendsnelle, flinterdunne tubes. Deze bandensoort garandeert een soepele vering en meer controle in een bochtig parcours. Mijn zwart-wit geblokte Peugeot stak hier schril bij af. Met een bandenprofiel, vergelijkbaar met de Fendt tractor.

Mijn eerste en enige serieuze testrit over lange afstand, staat nog diep in mijn geheugen gegrift. De Koga Miyata zoefde over de weg, terwijl mijn Peugeot sporen naliet in het kleverige asfalt. Het trappen tegen de wind in om het vehikel in beweging te houden, kostte naast een buitensporige hoeveelheid energie vooral talrijke tranen. Niet dat verdriet de boventoon voerde, maar ook onmacht kan soms leiden tot emotionele reacties. Ik nam het mijn broer niet kwalijk. Hij genoot terecht van zijn ingevette derailleur en 24 versnellingen.

Ik kan mij onze thuiskomst na deze 120 km lange monsterrit niet meer herinneren. Wel zie ik nog overduidelijk het gitzwart voor mijn ogen. Ik wenste de Peugeot per direct in het Amsterdam Rijnkanaal te storten. In plaats daarvan werd ik geacht, mijn racefiets op mijn schouders naar de bovenverdieping te transporteren. Alwaar mijn vader een vindingrijke oplossing had bedacht voor het heersende ruimtegebrek. De fiets werd via katrollen naar boven gehesen. Het apparaat bleef vervolgens gedurende lange tijd roerloos in mijn kamer hangen. Aan de figuurlijke wilgen.

Lange tijd na deze desillusie bleef mijn fietsgebruik beperkt tot het hoognodige. Meestal beklom ik een willekeurig stalen ros slechts om praktische redenen. Vaak een damesmodel. Met een kinderzitje aan het stuur voor de jongste en één stoeltje achterop geklemd voor de oudste zoon in lijn. Een ingenieus bevestigde buggydrager completeerde het geheel. Geen brug was mij te hoog, geen weg te lang. Zelfs voor extra bepakking in de vorm van plastic boodschappentassen, naast de eerder genoemde ballast, draaide ik mijn hand niet om. Mijn eerdere ervaringen op de Peugeot hadden mij blijkbaar gehard.

Lange tijd was het fietsen niet aan mij besteed. Tot ik vanochtend kennis maakte met onze nieuwste aanwinst. Een Giant mountainbike. Een occasion. Het gelzadel nodigde mij vriendelijk en zachtaardig uit. De 21 versnellingen zouden negatieve ervaringen uit het verleden weerstand kunnen bieden. Er diende wat lucht te worden toegevoegd aan de cross country banden, maar verder leek de fiets rijklaar. Helaas gooide de regenvoorspelling op buienradar de route in het eten.

De mountainbike verhuist over drie weken mee naar Wirdum in Groningen. Bij uitstek het terrein om de fiets te herontdekken. Ik zie mijzelf al in een waaier fietsen, om zodoende weerstand te bieden aan de hevige windvlagen. Ik overwin kilometerslange wegen en paden waarlangs knotwilgen het straatbeeld bepalen. Ik passeer dorpen en boerderijen en groet mijn provinciegenoten met een populistisch 'moi'. Ik zie het helemaal zitten! Nu maar hopen op lekker weer.

vrijdag 15 juli 2011

Stripfiguur

Ik was graag Lucky Luke geweest. De hele dag met een stoere hoed, holster en shaggie in m'n bakkes de misdaad te lijf gaan. Wat zou ik mijn kwaliteiten als snelschutter arrogant uitbuiten. Ik zou ermee te koop lopen op mijn trouwe metgezel Jolly Jumper. Ik zou het leven van Buffalo Bill, de Daltons en Billy the Kid met liefde zuur hebben gemaakt. Dat gespuis moest worden geëlimineerd... Maar het liep allemaal anders.

Wat zou ik graag ooit, een jaar of vijftig voor het begin van de jaartelling, gedronken hebben van de toverdrank en gegeten van het everzwijn. Om als kleine stoere Galliër, met mijn trouwe, dikke en domme kompaan aan mijn zijde gestreden hebben tegen de hooghartige Romeinen. Ik zou aanzien genieten in het Gallische dorp en de heldhaftigheid zou mij sieren... Het mocht niet zo zijn.

Wat had ik graag de brute kracht en het gespierde lijf gehad van Jerommeke. Dagelijks zou ik Lambik, de simpele ziel, hebben afgetroefd op zowel kracht als vernuft. Daar waar zowel Suske als Wiske, Barabas of Sidonia er bij tijd en wijle geen heil meer in zagen, kon men altijd nog rekenen op mijn sociale kwaliteiten, energie en dynamiek... Het kwam er niet van.

Ik was graag eigenaar geweest van Sjakie's wondersloffen. Ik zou wekelijks tegenstanders het nakijken geven. Met souplesse en daadkracht dolde ik in mijn eentje hele elftallen. Jonge vrouwelijke fans zouden mijn naam scanderen. Het massaal opgekomen publiek bedacht de meest inventieve leuzen en toonde deze op reusachtige spandoeken. Ik deelde handtekeningen uit en stond op de wensenlijst van elke gerenommeerde club... Het bleef een onvervulde wens.

Maar niet getreurd! Ook voor mij is er een rol weggelegd in een succesvolle beeldroman! Waarin ik excelleer als hoofdpersoon en een mooi stuk land annex woonboerderij bezit in het noorden des lands. Ik word omringd door huisdieren van divers pluimage. Ik leg het regelmatig af tegen twee tienerdochters. Ook Jeroentje en opa zijn graag geziene gasten. Ik onderhoud een gelukzalig huwelijk met mijn geliefde vrouw. Haar haar in een knot.

En ik sta wekelijks in de Libelle! Yeah...

donderdag 14 juli 2011

Vakantie

Natuurlijk had ik ook wel naar Frankrijk willen vertrekken. Desnoods had ik willen kamperen. Net als vroeger. Waar we dan met het hele gezin wel eens langs de kant van een provinciale weg stonden te wachten. Ergens bij  Beaune, Macon of Lyon. Met een koelbox binnen handbereik, zittend in het gras Henk Lubberding aanmoedigden. Waarna acht minuten later een peloton langs raasde. Voor ons het sein om snel terug te reizen naar de camping, waar de live uitzending kon worden bekeken in de kantine. Waar bleek dat 'Henkie' al lang en breed weer was ingelopen.

Uiteraard had ik willen kamperen in Oostenrijk. Zoals ooit met mijn broer snurkend naast me in een aftands tentje. Ergens tussen vier reuzen van bergen in. Vast ergens in de buurt van de Grossglockner. Waar de wind zo welig kan tieren. En de storm door circulatie steeds weer terugkeert. Tot je moe wordt van het staande houden van de tentstokken terwijl het doorweekte, kleverige tentdoek tegen je wang plakt. De regen altijd wel een weg weet te vinden om binnen te dringen. En de broer een nacht later nietsvermoedend wakker wordt.

Natuurlijk had ik graag onze reis van enkele jaren terug richting het Verre Oosten zachtjes over willen doen. Om vervolgens 24 uur af te zien in een vliegmachine, waarin Roel van Velzen nog reden tot klagen zou hebben vanwege de beperkte beenruimte. Om vervolgens tegen een donsdeken van hitte aan te lopen. Met opa in de rolstoel en vier verveelde, gammele en labiele kinderen slenterend achter ons aan richting taxi. Waarna de cultuurshock ons vervolgens minimaal twee dagen verlamde.

Ik had best de strijd aan willen gaan met de extreme zomerse temperaturen van Griekenland, Turkije of Spanje. Als het moet ' ol-inkloesif'. Hangen, liggen, drinken, drijven en flaneren. Biertje hier en strandje daar. Waar het vel van de neus na 9 dagen wordt afgeworpen en vervolgens een nieuwe, glanzende vleeskleurige gok verschijnt. Waar de strijd om de ligstoelen bij zwembad of strand een bij voorbaat kansloze missie blijkt. En de ergernis aan gedragsmoeilijke landgenoten en getatoeëerde overzeese type's na twee weken de spuigaten uitloopt.

Ik had geen bezwaar gehad. Ik had mijn aandeel geleverd. Er het beste van  gemaakt. Maar niets van dat al. We zitten aan een huis gekluisterd. Een huis wat gevoelsmatig het mijne al niet meer is. De dozen zijn gepakt. Verhuiskaarten verstuurd. Het grove vuil gestort en de verhuiswagens besteld. Ik wil niet meer wachten. Maar ik moet. Nog maar 540 uur...

dinsdag 12 juli 2011

Tweedehands

Het oude, klassieke, gietijzeren fietsenrek behoorde ooit tot de inboedel van een basisschool. De laatste jaren had het in particulier bezit dienst gedaan. In een villawijk in Hilversum. De stalling was mooi roestig van uiterlijk en kon acht rijwielen staande houden. Drie meter lang, om en om hoog en laag. Hier en daar sierlijk gekruld. Fraai door ouderdom en dus liet mijn levensgezellin haar oog erop vallen. Ze is nu eenmaal erg gesteld op bejaard, vergaan, afgetrapt of versleten. Of het nu mensen betreft of goederen.

Het drie meter lange en circa dertig kilo zware gevaarte moest nog wel even worden vervoerd. Marktplaats heeft helaas nog geen bezorgservice. De hulp bestond uit een 15 jarige dochter. Zij ging de strijd met de mannelijke krachten altijd graag aan. Onnodig. Zij had haar scherpe tong al als een venijnig wapen. Ik accepteerde de hulp en we reden in de vooravond richting Hillywood. Onderweg bepaalde zij de muziek. De hitte in de VW bus was taai en stroperig. Zij legde haar hoofd verveeld tegen het raam. Een klein half uur later werd de eindbestemming bereikt.

Ik herkende de luxueuze woonwijk. Ik was al eerder deze kant op gedirigeerd. Vast ook vanwege iets wat al eerder gedragen was. Of gebruikt. Of in elk geval niet nieuw meer. Wij vroegen ons af of de eigenaar het volledige hoekpand bewoonde. Het bleek tot mijn geruststelling een twee onder één kap. Ik heb nu eenmaal een antipathie tegen Marktplaats deals met de te welgestelde medeburgers. Ik betrad de voortuin, daar waar ik ons toekomstige object al zag staan. Om een indruk te krijgen van de komende inspanning, tilde ik voorzichtig en behoedzaam het fietsenrek omhoog. Vluchten bleek niet nodig dus optimistisch belde ik aan. Een gedistingeerde knakker opende de voordeur.

De kornuit en ik wisselden snel de gebruikelijke beleefdheden uit, om vervolgens gedrieën het rek op te pakken en in de bus te manoeuvreren. In eerste instantie stak het ding een flink stuk uit, maar ik bleek voldoende creatief om het passend te maken. De knakker leek onder de indruk van mijn daadkracht. Ook ik was anders gewend. We betaalden het door mijn geliefde vooraf bedongen bedrag en reden terug. Met een roestig fietsenrek tussen ons in. We zongen mee met Acda en de Munnik. Zoals wel vaker was ik ook nu misplaatst tevreden over mijn zangkwaliteiten.

Eenmaal thuis gekomen verliep het uitladen relatief voorspoedig. De laatste vijftig meter richting huis bleken echter geen sinecure. Het dragen verging mijn dochter prima. Het tegelijkertijd bewegen met de voeten in voorwaartse richting bleek een groter probleem. Net op dat moment passeerde de man die  er een twijfelachtig imago op nahield in de buurt. Sjaggeraar en sjoemelaar tegelijk. Zijn lange grijze haar, donkere bril en kwalitatief  bedenkelijke gebit combineerden prima met zijn eeuwige, morsige stofjas. Beunhaas en charlatan. Behulpzaam en sociaal. Deze buurman van verderop was al vaker in de buurt geweest als er een klus te klaren viel.

Binnen een mum van tijd stond het fietsenrek in de voortuin. Klaar om binnenkort te worden vervoerd richting Groningen. De buurman riep zijn zoons bij zich. Zij hadden op diverse adressen in de wijk het grof vuil geïnspecteerd. Ze sleepten met vogelhuisjes, vervallen resten tuinschutting van riet en houten planken. Alles tweedehands. Ze stookten graag een fikkie na afloop van de barbecue, aldus de beunhaas. Ik dankte de buurman en kwam tot het besef dat ik hem nog ging missen.

Mijn liefste observeerde onze nieuwste oude aanwinst. Ze oogde blij en tevreden. De zes fietsoccasions, niet lang geleden via het particuliere tweedehands circuit aangeschaft, zouden prima passen.

zondag 10 juli 2011

Zondagochtend

Het raadsel waarom ik rond dit uitzonderlijk vroege tijdstip al wakker was bleef onopgelost. Daar waar ik normaal gesproken elke kans aangrijp zo lang mogelijk te blijven liggen, leek alles deze ochtend anders. Terwijl ik mijn ogen opende keek ik op de digitale wekker. 05.22 uur. Cijfers die normaal gesproken zouden leiden tot een veranderende lichaamshouding. Maar verder geen invloed zouden hebben op het slaapproces. Dit keer verbaasde het lichaam de onoplettende geest. Ik haalde mijn zwarte korte broek uit de kast en combineerde dit met een polo van dezelfde kleur. Het stak schril af tegen de nog niet 's zomers gekleurde onderbenen.

Vanwege tijdswinst besloot ik eerst de computer te starten, alvorens het koffieapparaat te bedienen. Alsof ik haast had. Het was half zes op een vrije zondagochtend. De koffiezetter knipperde nog waardoor ik in de tussentijd kans kreeg het wachtwoord van windows in te voeren. ' Alsof mannen niet kunnen multitasken' , hoorde ik mijzelf bluffen. Met een kop stevige koffie nam ik plaats achter de monitor. Op Twitter bleek een mix van werkend, stappend en vakantievierend Nederland ook wakker. Ik opende de tuindeur en de poes meldde zich. De hond deed of zijn zwarte natte neus bloedde en liet zich niet zien.

Onder mijn zwarte ensemble koos ik voor Balinese slippers. Ooit voor duizenden Indische roepies gekocht. Maar dan heb je ook wat. Ik zocht mijn sleutelbos in het bakje met spaarzegels, kortingskaarten, werktelefoons, pennen, pasfoto's en bibliotheekkaarten. Ik trok de voordeur behoedzaam dicht en gunde de overige gezinsleden hun slaap. Meestal was dit tegenovergesteld. Mijn slippers kletterden over de stoep. Ik liep door de poort en naderde het huis van opa. Het was bijna zeven uur. Ook op zondag tijd om opa de eerste medicijnen te geven.

Ik opende de voordeur en riep een bedaard ' goedemorgen' naar boven. Ik kreeg een gedempt ' mogge' terug. Opa lag blijkbaar nog op bed. Zoals gebruikelijk rond dit tijdstip. Ik opende de medicijntray en verbaasde mij na al die jaren nog steeds over het te slikken aantal. Ik kon mij een prettiger ontbijt voorstellen. Opa maalde er nooit om en slikte trouw 7x daags zijn geneesmiddelen. Een overigens verwarrende term, aangezien er van genezing geen sprake kon zijn. Vertragen of stabiliseren was nu eenmaal het hoogst haalbare, aldus James Parkinson.

Kwiek en fit stapte ik naar boven met de medicijnen in de ene hand en een half gevuld glas water in de andere. ' Morgen opa' riep ik nog een keer voor de zekerheid. Terwijl ik de slaapkamer betrad zag ik dat opa zich met één hand vast hield aan de papegaai. Hij gebruikte dit hulpmiddel wel vaker om in bed van positie te veranderen. Het rolgordijn verduisterde de kamer, hoewel het buiten al zomers licht was. Met half toegeknepen ogen keek hij mij aan. Hij leek mij wel te herkennen, maar wist de bijpassende naam nog niet op te roepen. Opa steunde met zijn vrije onderarm op het bed, waar de andere angstvallig het contact met de papegaai hield. Opa slikte zijn pillen moeiteloos, al deed het keelgeluid anders vermoeden.

Zijn ogen zochten iets van een klok. De hoop om nog verder te kunnen slapen was in zijn blik duidelijk leesbaar. 'Ik wil wel tot acht uur blijven liggen. Dat was eigenlijk mijn plan', voegde hij nog toe aan zijn smekende gelaat. Opa was opgelucht dat ik geen weerstand bood. Ik beaamde dat uitslapen vandaag tot de mogelijkheden behoorde. Geen fysio vandaag. Geen huisarts of neuroloog. Geen thereapeutische zwembaden. En vandaag ook geen bloedprikkers of andere bloedzuigers. Zijn bezorgde blik veranderde abrupt in een tevreden glimlach. Het contact met de papegaai werd ogenblikkelijk verbroken. We maakten een nieuwe afspraak voor 09.00 uur.

Mijn Balinese slippers kletterden ook op de weg terug. Reden voor vijf angstige duiven om pardoes en overdreven paniekerig hun vleugels uit te slaan. Ik opende geruisloos onze voordeur. De hond was nog steeds in geen velden of wegen te bekennen. Het gezin sliep nog. Ik kroop weer achter mijn monitor, nam mijn tweede koffie en genoot van de vroege ochtendgeluiden. Wie had dat ooit kunnen bedenken.

zaterdag 9 juli 2011

Kuifje

Ooit stelde ze voor vanuit Utrecht per fiets naar Terschelling te komen. Zoals wel vaker knikte ik in eerste instantie instemmend. Om vijf seconden later tot de conclusie te komen dat het een belachelijk idee was. Ik ben nu eenmaal iets trager van begrip. Vooral vergeleken bij haar. De veredelde vrouwelijke versie van Kuifje. Kunstenares en wereldreiziger. Dan weer lanterfanter, dan weer noeste arbeider. Jong en scherp. Maar haar snelle denken levert niet altijd het meest gewenste resultaat. Waardoor ik als weloverwogen, betrouwbaar senior adviseur kans krijg goed uit de kunstenaarsverf te komen.

Voor ze bij de voordeur geraakte kondigde zij haar bezoek altijd luidruchtig aan. Alsof ze bang was dat de deurbel ons wreed uit een plezante droom zou wekken. Zo ook deze keer. Minimaal vijf meter voor het bereiken van de voordeur hoorden wij een opgewekt en langgerekt 'Hoooooi!'. De deur werd geopend en Kuifje stapte met een ferme tred de huiskamer binnen. Ze plofte neer op de bank en sprak in onvervalst Limburgs. Kuifje was jaren terug vanuit het Mergelland in de Randstad beland. Voor ik haar iets te drinken kon aanbieden, had zij haar hoofd met opvallend piekerig rood haar al in de koelkast gestoken. Kuifje's bezoek voelde niet als visite. Ze was pseudo-pleegkind aan huis.

Haar witte Asics sneakers met rood-blauwe strepen schopte zij snel uit. Zij deed dat met de punt van de rechter schoen tegen de hak van haar linker. Haar manier van zitten was half onderuitgezakt. Met haar lange armen langs haar slanke lijf. Af en toe bewoog zij haar handen behoedzaam opwaarts. Om ze daarna geschrokken van zoveel activiteit weer spoedig terug te bewegen. De broek vertoonde scheuren en verfvlekken. Ik bekommerde mij niet om haar kledingkeuze. Mijn opmerkingen daaromtrent zouden het leeftijdsverschil teveel duiden. En dat zou niet in mijn voordeel uitpakken.

Omdat ze was gestopt met roken draaide ze er één uit mijn buidel Javaanse Jongens. Haar keuze voor knapen uit andere wereldse regionen was voor mij sowieso geen verrassende. Alsof een gezonde Hollandsche knul niet meer goed genoeg zou zijn! Behalve kennismaking met andere culinaire culturen, leverde het mij verder niets anders op dan communicatieproblemen. Maar ook hield ik mijn Engels op peil. Haalde herinneringen op aan Afrikaanse voetballers. En leerde over cultuurverschillen. Ik had er baat en bleef er jong bij bovendien.

Ik zat zoals wel vaker verstopt achter de computer. Met mijn rug naar het bezoek. Ik zou mijn zoon erop aanspreken. Maar Kuifje was geen visite. Kuifje wist de weg in huis. Ik draaide mij toch weg van de monitor en zag haar wangen bolvormig worden. Het deed mij denken aan een vaak door mij voorgelezen prentenboek. Niet veel later volgde een korte snik en daarna een bondige brul. Onze verhuizing naar Groningen bleek impact te hebben. Kuifje herstelde weer snel. Zij had haar punt kenbaar gemaakt en ik nam het ter harte.

Kuifje's woelige reis wordt binnenkort een weekje onderbroken. Het turbulente stadsleven verruilt voor het zomerse platteland. Ben benieuwd wat ze aantrekt.

woensdag 6 juli 2011

Johanna

Ik parkeerde mijn knaloranje en oeroude VW Golf automaat in de relatief nieuwe woonwijk. Ondanks alle gebreken en zijn opvallende uiterlijk was ik trots op mijn eerste heilige koe. De startmotor had weliswaar regelmatig een kleine hamertik nodig. Want zonder deze fysieke ondersteuning weigerde de elektromotor dienst. De temperatuurmeter gaf dan na het afleggen van langere afstanden wel regelmatig het sein rood, de kickdown werkte prima. Deze werd dan ook regelmatig ingedrukt. Waarmee de benzinemeter ogenblikkelijk in tegenovergestelde richting bewoog ten opzichte van de temperatuurmeter.

Ik bood de zuurstokkleurige bolide de kans om op adem te komen, stapte uit, trok mijn lederen stropdas recht en zocht nerveus het verzekeringskantoor. Op wat bijbaantjes na was het mijn eerste echte sollicitatie. Ik had vooraf een beeld van de assurantietussenpersoon en zijn kantoor. Ik stelde mij in elk geval een stropdas en een adequaat kostuum voor. Ik zag de administratief medewerkster al in een razend tempo de Olivetti typemachine bedienen. Een van de eerste elektrische exemplaren. Het was per slot van rekening een verzekeringskantoor. Dus niet snel goed genoeg.

Met beverige hand zocht ik de deurbel. Het kantoor bleek niet meer dan de begane grond van een drie verdiepingen tellend woonhuis. Een bebrilde en gezette man opende de deur. Zijn baard verhulde het pokdalige gezicht. Zijn overhemd oogde gedateerd en slonzig. Een aanwezige bouvier boezemde geen ontzag in. De door het huis- en kantoordier veroorzaakte penetrante lucht des te meer. Het kantoor ontbeerde ook de in mijn verbeelding wel aanwezige Olivetti annex typiste. Te nerveus om suiker te scheppen besloot ik mijn koffie zwart te drinken. Bij elke slok zoetontberende koffie deed ik een onopvallende poging mijn gezicht te plooien.

De man nam plaats tegenover mij. De onderste knoop van zijn overhemd bleek onwelwillend. Een behaarde pens werd deels zichtbaar. Deze omgeving strookte op geen enkele manier met hetgeen ik had verwacht. Ik negeerde alle omgevingsfactoren en deed mij beter voor dan de realiteit was. De verzekeringsagent liet mij niet lang in het ongewisse en durfde het met mij aan. Er werd mij zelfs een bedrijfsauto in het vooruitzicht gesteld. Ik stapte op, schudde de assuradeur de hand en zocht mijn eerste auto weer op. Een hamertik op de startmotor bleek niet nodig, het vehikel startte direct. Alsof hij zijn finale kans greep een laatste rit naar de sloperij te voorkomen.

Het vertrekpunt voor mijn kortstondige reis in verzekeringsland kende hier zijn afvaart. Schades en risico's werden door mij jarenlang kritisch beoordeeld. Bijstandsmoeders werden gespaard en ondernemers uitgekleed. Premies geïncasseerd en provisies opgestreken. En hoewel de toegezegde bedrijfsauto weliswaar nieuw was, hij charmeerde niet zoals het oranje monster wel deed. Het duurde nog enige tijd eer ik mij realiseerde dat deze wereld de mijne niet was. Ik ruilde mijn leaseauto in en zocht mijn heil elders.

Vandaag diende ik voor het eerst contact op te nemen met een verzekeringsagent in Groningen. Ik stelde mij de tussenpersoon voor. Een robuuste noorderling. Met een overhemd onder zijn lamswollen trui. Ik maakte mij een voorstelling van het kantoor. Waar de intermediair was voorzien van de meest ingenieuze technische en digitale hulpmiddelen. Het was per slot van rekening een verzekeringskantoor. Niet snel goed genoeg. Ik zag een riante bedrijfsauto op het grind staan. Pontificaal voor het statige kantoorgebouw.

Ik belde het nummer vermeld op de website. Ik bereidde mij voor op het komende gesprek, met de verse beelden in mijn hoofd. De telefoon ging slechts drie keer over toen er al antwoord kwam. ' Goedemorgen met Johanna, waarmee kan ik u van dienst zijn?'.

Ik stelde mij Johanna voor. Ik zag geen openstaande knoopjes van overhemden. En was gerustgesteld.

maandag 4 juli 2011

Paniek

'Huidige datum: 4 juli. Check. Tijd: 12.04 uur. Check. Datum verhuizing: 8 augustus. Ruck!!!! Zit ik hier een beetje mijn tijd te verdoen! Alsof dat bloggen mij überhaupt iets oplevert, behalve die belachelijke zelfopgelegde deadlines.'

Ik keek eens rustig om mij heen. Het verhuisschema daargelaten, de situatie leek onder controle. De baas wist van mijn afwezigheid. De kinderen vermaakten zich enkele dagen elders. De vrouw was ontspannen. De poes had haar brokken. En hoewel de hemel strak blauw was, de donderslag kwam niet geheel onverwacht. Nog 35 dagen, 1 uur en 56 minuten was ik verwijderd van het moment suprême. Ik trok mijn wenkbrauwen strak naar beneden en mijn jukbeenderen fanatiek omhoog. Een zorgwekkend nors gezicht was het resultaat. Een masker dat ik wel vaker gebruikte om mijn ongenoegen te uiten.

'Ik had niet langer de tijd om te lapzwansen! Dozen moesten worden ingepakt. Vervoermiddelen geregeld. Chauffeurs geronseld en schoonmakers gezocht. Afspraken moesten worden gemaakt en plannen gesmeed. Verhuiskaarten verzonden en opzeggingen aangetekend!'

Ik probeerde mij te realiseren wat ik zojuist had bedacht. Van paniek was weliswaar nog geen sprake, maar geheel ontspannen was ik er ook niet onder. Ik probeerde een eerste stap te zetten en bedacht een virtuele prioriteitenlijst. Ik zou dit stappenplan dan zorgvuldig in Word kunnen ombuigen tot een fraai document. Het zou de indruk wekken dat ik daadwerkelijk was begonnen met onze verhuizing. En dat kwam mij prima van pas.

'Wat te doen met opa op de dag van de verhuizing? En de katten dan? Wanneer brengen we die over? Want we moeten het huis wel gesloten houden? We willen niet dat ze vanaf dag één het Wirdumse platteland onveilig gaan maken! Met hun stadse fratsen. Om vervolgens nooit meer terug te keren.'

Mijn hartritme werd nadrukkelijk voelbaar. Ik tilde mijn rechterhand op tot borsthoogte en zag mijn vingers licht trillen. Van enige nervositeit was dus wel sprake. Van algehele verwarring nog geenszins. Nu stap één was gezet brak een belangrijke fase aan. Het moment voor stap twee moest worden bepaald. Ik opende Word en probeerde mijn verhuisschema vorm te geven op papier.

'Waar laten we alle verhuishulp slapen? Of gaat het allemaal lukken op één dag? Hoe zit het met de catering? Hebben we al telefoon en hoe zit het met de stroom? Wordt het mooi weer of kunnen we dat vergeten? Waarom zit ik hier nog steeds? Heb ik niet iets beters te doen?'

Ik probeerde mijn zinnen te verzetten. Ik keek wat tv terwijl ik doorging met mijn blog. Natuurlijk realiseerde ik mij dat het grote vertrek aanstaande was. En dat er organisatorisch nogal het een en ander te doen stond. Ik diende slechts nog te worden aangeslingerd. Maar eenmaal op gang was ik te vergelijken met een trein, schip of zwaar wegtransport op diesel.

'Zo kan het niet langer! Ik moet iets gaan doen. Er is nog zoveel te regelen! Dit mag niet in het honderd lopen. Vol aan de bak en in de benen! Geen seconde te verliezen! Na vandaag is het mooi geweest!'

Ik printte het Word document en legde het pontificaal op de riante eettafel, die zo mooi uitkwam straks, in onze nieuwe keuken. De verhuizing naar Wirdum was begonnen.

zaterdag 2 juli 2011

Statten

Het was klokslag 12 uur op een zaterdagmiddag. De beiaardier van de Utrechtse Dom kondigde de nieuwe uurslag aan door het spelen van ' Tulpen uit Amsterdam'. Het maakte mij benieuwd naar het overige repertoire van de klokkenspeler. Ingewijden wisten via twitter te melden, dat ook de tune van GTST regelmatig door de Utrechtse binnenstad galmde. Ik vestigde mijn hoop direct op het oeuvre van de Martinitoren. Binnenkort ons nieuwe Utrecht.

De sfeervolle Lijnmarkt fungeerde vandaag als startpunt. Wereldwinkels en fair trade lijken hier het monopolie te hebben. Ik wist een fraai houten knoflookkratje op de kop te tikken. Op vier stabiele pootjes en met twee bruikbare handgrepen. Het in wit gekalkte ' Garlic ' aan de zijkant gaf het kistje het ultieme 'Landleven' gevoel mee. Ik stelde mij het kratje voor op een eveneens houten bistrotafeltje. Naast de moestuin bij de woonboerderij. De Afrikaanse verkoper van de fair trade winkel straalde zijn tanden bloot.  Mijn aankoop zou de derde wereld weer een beetje verder helpen. Ik wist wel beter.

Het aantal minder verantwoorde kunsstof tassen nam gestaag toe. Maar mijn dragende nevenfunctie deerde mij niet. Spoedig kreeg ik rust op een houten bank aan de Oudegracht. Een gerespecteerd Utrechtse ijsverkoper had hier op de brug zijn vaste standplaats. Ik schoof op naar de leuning van de bank om plaats te bieden aan twee hoogbejaarde dames. In lange grijze regenjas aten zij hun ijs en kibbelden over de kosten. Ik charmeerde de dames. En zij charmeerden mij. De bloemenkoopman schreeuwde met schorre en indringende stem zijn longen leeg. De hortensias moesten vijf euro kosten. Het was nog vroeg in de middag.

Ik liep verder, een meter of twee achter mijn harem. Mijn betrouwbaarheid als drager van de ballast kon worden vergeleken met die van een sherpa. Voor het draaien van shag en het volgen van de sociale media had ik weinig tijd. Ik maalde er niet om en greep bij de eerstvolgende winkel op de Steenweg weer mijn kans. Ik zocht en vond mijn zitplaats op een blok beton, onder een fraaie lantaarn. Toeristen zochten hier hun weg. Terrassen zaten vol. Het draaiorgel vroeg zich af of ik de mosselman wellicht kende. Mensen paradeerden. Ik keek met genoegen rond. Ik had zicht op de Dom en de H&M werd rijk.

De markt op het Vredenburg bleek ons einddoel. Ik verloochende mijn afkomst niet en sprak vlekkeloos Utrechts. Ik dolde met wijk C en kocht warme pinda's. Het overige aanbod bood weing nieuws en mijn voeten vertoonden een prikkelend, branderig gevoel. Mijn vrouwelijke gevolg stemde in met mijn voorstel te vertrekken. We rekenden af bij de parkeergarage. In tegenstelling tot de middenstand kende deze geen zomeruitverkoop.

Ik reed terug via de Catharijnekade, daar waar spoedig water zal stromen. Ik zag de eerste contouren van het nieuwe muziekcentrum. We bekritiseerden Hoog Catharijne. Ik reed naar huis via de Straatweg. Waar ik als puber de krant bezorgde. Eenmaal thuis gekomen bewonderde ik mijn zojuist verkregen knoflookkrat. Ik nam het niet in gebruik en plaatste het tussen de verhuisdozen.

vrijdag 1 juli 2011

Brugpiepers

De deur van de kerk stond half open. Schuchter en bedeesd stapten we naar binnen. We zijn geen regelmatig bezoekers. Het tegendeel is waar. Het zaaltje was bereikbaar via een trap naar boven, maar de toegangsdeur naar de feestruimte bleek nog gesloten. Exact op het afgesproken tijdstip kwam de kerkbeheerder zich melden. Een lange, kale, wat slungelige en onverstaanbare man. Geen feestnummer, dat was duidelijk. Goddank zou hij na het openen van de ruimte weer vertrekken. Pas drie uur later hadden wij de volgende afspraak met deze kerkvrijwilliger. Om de huur van het afscheidsfeest af te rekenen en de zaal weer over te dragen.

De slingers werden opgehangen. Spekkies, chocopinda's en meer zoetwaren in bakjes over de tafels verdeeld. Evenals de chips en popcorn. Limonade in alle soorten en maten werd vast gekoeld en de muziek getest. Aangezien groep 8 muziek van twee maanden terug al als evergreens beschouwd, had ik de meest recente hitlijsten en hitzone's gedownload. Adele was lijstaanvoerder met drie ballads. Er moest per slot van rekening ook geschuifeld worden. Zeker op een afscheidsfeest.

De koster rommelde nog wat in zijn kerk terwijl de eerste feestgangers binnendruppelden. Op een enkeling na was een ultrakorte spijkerbroek bij de meeste dames blijkbaar de dresscode. Hoewel zeker niet minder ijdel, hadden de jongens geen last van dergelijke kledingafspraken. Na wat beleefdheidspraatjes en cliché-uitwisselingen met brengende ouders, leek de meerderheid van de genodigde kinderen binnen het gebouw aanwezig. Het mannelijke deel sloofde zich direct uit, tegenover het uiterlijk verlegen vrouwelijk deel. Het feest mocht beginnen. Want de coole mannen waren binnen.

Ik besloot buiten de wacht te houden. Toezicht op afstand. Als ik schuin naar boven keek zag ik de wapperende lamellen. De warmte van de laatste dagen was blijven hangen dus de open ramen bleken een genoegen. Ik hoorde mijn gedownloade muziek door de open ramen. Geen nummer werd volledig gedraaid en sommige hits meerdere keren achtereen. De herrie was nadrukkelijk aanwezig. Maximaal volume. Maar voor mij nog geen reden om al ongerust te worden. Natuurlijk mochten zij zich uitleven. Mijn dochter stond op het punt van verhuizen naar Wirdum. Van de stad naar de klei. Van Hennis en Maurits naar Appingedam. Need she say more! Dat verdiende best een knallend, uitgelaten en kletterend afscheidsfeest.

Niet veel later bekroop mij een onplezierig gevoel. Ik voelde dat ingrijpen eraan zat te komen. De eerste popcorn meldde zich al vlot onderaan de trap die ik net wilde gaan betreden. De platgetrapte bananenschuimpjes zagen er op weg naar boven weinig smakelijk uit. De naar beneden rollende reclame M&M' s leken mij sadistisch uit te lachen. De keuze van het kerkgenootschap voor vloerbedekking naast de feestzaal, bleek geen weloverwogen besluit. Geplette Chipito's van Smiths nestelden graag in het laagpolige, geribbelde Kwantum karpet. En ik was nog geeneens binnen!

De verdere avond bleek een bestendige bron van onmacht en frustratie. De een was mij te slim af, terwijl ik de ander geen eens in de gaten had. Meermaals ben ik gemanipuleerd. Een enkele keer verstoorde ik de feestvreugde en trad ik op. Een enkele jongeman kreeg een terechtwijzing. Een meisje hielp met de vaat. De ouders kwamen godzijdank perfect op tijd hun projectielen ophalen. Om ze weer te herladen voor een dag later. De laatste schooldag van het jaar!

Terwijl mijn lief en ik de vloer dweilden, verschalkten enkele klasgenoten zich na afloop buiten in een stiekem hoekje. Tranen vloeiden rijkelijk. Het einde van een periode aanstaande. Het geluk droop ervan af.