Follow RudiVP on Twitter

woensdag 18 april 2012

Logeren

Ik parkeerde de Volvo voor mijn ouderlijk huis, ergens middenin de Randstad. Ik griste mijn werktas van de voorstoel, leren schoudermodel. Door de geopende ritssluiting zag ik mijn slordige karakter terug. Ik greep vervolgens mijn logeertas van de achterbank. Het jute grootgrutter model. Bewapend met schoon ondergoed, tandenborstel en frisse sokken opende ik de voordeur. Ik liep direct tegen de deels gedekte eettafel aan. Nog voor ik oogcontact zocht met mijn ouders had ik het diner al gespot. Het zag er veelbelovend uit. Ik ontdeed mij van jas, tas en schoeisel. Ik slaakte een zucht van verlichting en zag mijn moeder al snel richting keuken snellen. De laatste hand werd gelegd.

Ik was maar net neergeploft in een fauteuil van waaruit ik een riant uitzicht had op omroep MAX, of ik werd al uitgenodigd om aan tafel te gaan. Terwijl ik de eettafel naderde werd mijn blik merkbaar zorgelijk. Nog voor ik kon fronsen werd ik gerustgesteld. De rosbief, dun als carpaccio, bleek niet voor mij bestemd. De mij eerder toegezegde sliptongen keken mij bijna letterlijk aan. Hardgebakken in de roomboter. Nog op de graat, klaar om nauwkeurig en behoedzaam gefileerd te worden. Enigszins teleurgesteld was ik er getuige van dat er gekookte aardappels verschenen. Maar al snel bleek ook dit wantrouwen ongegrond. Een metalen komvormig bakje sierde mijn toch al zo fraai uitzicht. Gevuld met stevig gefrituurde aardappelschijven. Speciaal voor mij gebakken.

De ware Hollander in mij ging direct op zoek naar de mayonaise. Ik voelde dat mijn moeder ook dit klein ongerief voor mij wilde oplossen, maar nog voor zij kon reageren stond ik al op. Uit de koelkast plukte ik een tube van het Zaansche soort. Ik deed mij tegoed aan de zoute sliptong. Haalde mijn gefrituurde aardappels weloverwogen door de mayonaise en schepte drie keer de Hollandsche kropsla op. Terwijl de dieprode stoofperen mijn menu vervolmaakten, vergat ik de appelmoes. Waarschijnlijk gemaakt van Goudreinetten. Met nog een laatste glas rode wijn in mijn hand zakte ik volgevreten neer in de armstoel.

Licht geagiteerd hoorde ik mijn telefoonwekker een alarmsignaal afgeven. Toch was ik merkbaar uitgerust. De avond ervoor had ik zoals gebruikelijk al vroeg mijn slaapvertrek opgezocht en was ik al zappend in slaap gevallen. De televisie op de timer gezet. Ik stapte onder de douche en sloot de deur van de badkamer zonder enig geluid te produceren. Bij het naar beneden gaan probeerde ik vervolgens het kraken van de trap te voorkomen. Ik wilde geen overlast veroorzaken. Ik opende de kamerdeur en zag direct een gedekte ontbijttafel. Gemak dient de mens. Slechts het servies ontbrak. Terwijl ik zocht naar mijn jas, tas en schoeisel viel mijn oog op een briefje. ' Goedemorgen. De ontbijtbordjes staan in de vaatwasser. Tot gauw!'


zondag 8 april 2012

Paasverhaal

Aan de buitenzijde van de Vinex-woning was geen enkele vijandigheid te bespeuren, maar toch was ik op mijn hoede als Isaak in zijn beste dagen. Keurige rolgordijnen vermeden de mogelijkheid tot inkijk. Een moderne witte voordeur strak in de nieuwe hoogglans. De goudkleurige deurknop en elegante bel gaven de woning meer cachet. Een kleine gesluierde vrouw opende de voordeur. Ik liet mijn gezinsleden voorgaan en sloot als laatste de deur. Terwijl ik twijfelde of ik de moslima een hand mocht geven bood zij mij amicaal sloffen aan. Ik bedankte vriendelijk. Ik was uiteraard op de hoogte van mijn bezoek aan dit moslimgezin dus had mijn paar beste sokken aangetrokken.


De vrouw begroette mij uitbundig en met een stralende lach. Ik beantwoordde deze sympathieke geste met een verlegen glimlach. 'Ik ben Ruud' hoorde ik mijzelf onhandig luidruchtig mededelen. Een onbehouwen actie. Alsof alle moslims gebrekkig Nederlands spreken. 'Goedenavond, ik ben Khadija. Welkom en kom binnen!'. Hoewel wij elkaar niet eerder hadden ontmoet kende zij mij al lang en breed. Haar hoofddoekloze Marokkaanse zus, een goede vriendin van ons, had ons per slot van rekening samengebracht.


Terwijl ik mijn schoenen netjes schikte op de deurmat bekeek ik mijn sokken nog eens kritisch. Geen oneffenheid te ontdekken. Via een fraaie moderne keuken stapte ik het leefgedeelte binnen. Mijn oog viel direct op twee karabijnen hangend aan een verder smetteloze wand. Een groot kleurrijk schilderij sierde een andere muur. Drie bewapende Arabieren afgebeeld als volleerd ruiter op geborstelde glanzende paarden. Met in hun rechterhand een schietwapen. Deze vertoonde opvallende overeenkomsten met de karabijnen aan de wand. Hoewel imposant en indrukwekkend, de toon werd vooral gezet door de salontafel. Fraai gedecoreerd en met de hand gemaakt, binnengevlogen uit Rabbat. Of Agadir. Tanger misschien. Gastvrij gedekt met uiteenlopende lekkernijen.


De gastheer oogde vriendelijk en Arabisch. De glimlach bleek een niet aflatende gezichtsuitdrukking. Dit in tegenstelling tot mijn soms onbewuste wat norse gelaat. Vanaf mijn riante positie op het bankstel bekeek ik hem van top tot teen. Gezeten op een minder comfortabele keukenstoel. Een nette broek onder een modern fris overhemd. De mouwen nonchalant opgerold waardoor zijn stevige onderarmen zichtbaar werden. Gevouwen onderarmen rustend op een beginnend buikje. Toch was hij niet dik. Eerder stevig. Zijn twee zoons bewogen onrustig om hem heen. Met een doeltreffend handgebaar wist hij de jongens op een stoel te manoeuvreren.


'Die tafel staat niet voor niks vol met eten hoor!' hoorde ik de gastvrouw zeggen in onvervalst plat Utrechts. Ik keek haar voorzichtig aan maar meed oogcontact. Ik wilde de situatie niet ongemakkelijk maken terwijl daar geen enkele aanleiding voor was. Kom! Eet lekker. Glaassie mintthee? Je mag ook frisdrank hoor. Hek ook! Zeg het maor.' Tineke Schouten met een hoofddoek. Haar man bekeek haar met zijn onvervalste glimlach. Hij genoot van haar humor en haar toon. 'Hij mot niet denken dat hij de baas is hier hoor!' vervolgde de vrouw haar monoloog. Zonder hem aan te kijken wapperde zij haar rechterhand zijn richting uit. Hij reageerde licht schuddebuikend. Zijn gevouwen armen bewogen mee.


Al snel zat ik er ontspannen bij. Liet ik mij rondleiden door een Vinex woning. Eén waarvan je aan de buitenkant niet kon zien dat er zich binnen een soort van Oosters museum bevond. Pracht en praal maar sfeervol. Ik wisselde ervaringen uit met de Arabier. Over werk, zonen, voetbal en ons gezamenlijke playstation 3 beleid. Ik hoorde de moslima aan als zij vertelde over het huwelijk en andere aardse zaken. Ik knikte slechts instemmend. Voelde mij soms klein en kortzichtig. Bang dat deze gastvrije mensen mijn vooroordelen hadden kunnen lezen in mijn grauwgrijze ogen.


'Hij is Joods' hoorde ik onze hoofddoekloze vriendin en zus van de gastvrouw in een onbewaakt ogenblik zeggen. Zij die verantwoordelijk was voor deze ontmoeting gooide wel eens vaker wat olie op het vuur. Goddank was er tijdens deze ontmoeting nooit sprake geweest van vuur. Hoogstens van een waakvlam vooraf.  Hoewel ik mij niet echt zorgen had gemaakt speelde het feit wel een onbewuste rol. 'Alsof mij dat boeit' pareerde de moslima haar zus direct en gevat. 'Het zijn de hoge heren die daar een probleem mee hebben. Wij toch niet?' hoorde ik haar zeggen, terwijl zij mij vragend aankeek. Ik tuitte mijn lippen, boog mijn hoofd lichtjes en schudde ontegenzeggelijk mijn hoofd. ' Nee. natuurlijk niet.'




http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/64335-stereotypering-en-vooroordelen-betekenis-en-oorsprong.html

woensdag 4 april 2012

Jan

Onverwacht stond de buurman aan mijn hek. Een goed hanteerbare want aluminium ladder hing nonchalant over zijn brede rechterschouder. Toegeknepen pretogen onder zijn eeuwige pet waardoor zijn laatste flarden haar onzichtbaar bleven. Een conservatief blauwe overall bedekte de overige lichaamsdelen afgemaakt met enorme oorspronkelijke klassieke klompen. Een snoeischaar en bomenzaag staken uit zijn diepe zakken. Deze man was iets met mij van plan. ' Ik had toch gezegd dat ik kwam helpen jaa!? sprak hij in onvervalst dialect. ' Waar gaan we beginnen dan jaa?' vroeg hij mij, waardoor ik geen eens toekwam aan het bedenken van een excuus. Blijkbaar had ik in een eerdere confrontatie ooit ingestemd met de spontaan door Jan aangeboden hulp. Wel vaker had het soms onverstaanbare Grunnegs van Jan mij op het verkeerde been gezet.


Ik opende amicaal en quasi enthousiast het hek. Jan stapte gedecideerd het terrein op. We volgden het grindpad richting voordeur. ' Koffie Jan?'  vroeg ik de buurman hoopvol. Jan maakte mij direct duidelijk dat koffiepauze moest worden afgedwongen: ' Eerst maar eens wat doen jaa'. Zijn leeftijd dwong teveel respect af om ook hiertegen in bezwaar te gaan. Ik capituleerde en liet het initiatief bij Jan. Ik volgde trouw en behulpzaam. Jan keek op zijn gemak maar doelbewust rond op zoek naar te behandelen struikgewas en bomelarij. Ik keek met Jan mee. Onwetend en stads. Onhandig en verlegen. Ik keek op tegen Jan. Met zijn noestige handen en robuuste lijf maakte hij indruk. Zijn bejaarde leeftijd stak schril af tegen de werkelijkheid. Jan. De onverwoestbare buurman.


Takken werden gezaagd. Groene lessen werden geleerd. Ik probeerde indruk te maken op Jan. Klom in perenbomen en zaagde dikke stammen dat het mij een lieve lust was. Jan stond soms op gepaste afstand maar kritisch toe te kijken. Gaf met zijn gekromde bomenzaag soms aanwijzingen. ' We willen geen kapstok jaa', corrigeerde hij nu en dan mijn nonchalante gezaag. Ik probeerde het gesprek regelmatig gaande te houden. Maar Jan was geen prater. En als hij sprak diende ik mijn oren te spitsen. Het Grunnegs van Jan was rasecht. Met wind mee kon ik soms een flard verstaan. We dronken koffie en genoten van de voorjaarszon. Terwijl ik mijn laatste slok nam zag ik Jan weer opstaan. Schuldbewust en lijdzaam volgde ik direct. Op weg naar de volgende boom, struik of bloesem.


De schemer daalde neer over de weidse omtrek. Het terrein lag bezaaid met twijgen, takken en stammen. Even nog overwoog ik een vuurtje te maken maar ik bedacht mij tijdig en stelde het uit. Ik wilde niet dat Jan eventueel getuige zou zijn van mogelijk stads gestuntel. Jan plaatste zijn gigantische klompen naast de voordeur en nam eenmaal binnen direct plaats. ' Nu maar een borrel jaa' opperde Jan, zonder dat hij ruimte liet voor tegenspraak. Ik schonk de buurman een welverdiende stevige alcoholische versnapering in en proostte op een geslaagd experiment. Jan luisterde en keek. Soms reageerde hij maar meestal bleef het bij een tevreden wat ondeugende glimlach. Ik dankte Jan en nam afscheid. ' Ging toch goed jaa' beaamde Jan. Hij nam zijn ladder weer op de schouder en vertrok. Nog voordat ik het hek weer had gesloten riep Jan mij nog iets toe. Ik kon het niet verstaan en antwoordde hem met een klungelige bevestiging. Ik zwaaide naar Jan en nam nog een borrel.