Follow RudiVP on Twitter

donderdag 7 mei 2015

Kraai Baby

De man was niet alleen weinig aantrekkelijk maar viel vooral op door zijn enorme lengte. Aangezien hij langzaam naderde had ik alle tijd om hem zeer gedetailleerd in mij op te nemen en af te vragen met wie ik van doen had. Zijn sportschoenen oogden goedkoop onder zijn vale lichtblauw gekleurde spijkerbroek. Langzaam keek ik omhoog, er leek geen einde te komen aan zijn enorm lange magere benen. Ik zag zijn spierwitte linkerarm slungelig langs zijn middel heen en weer zwiepen. In zijn rechterhand droeg hij het wapen. De man zag mij pas buiten zitten toen hij mij bijna genaderd was. Hij tilde het geweer iets omhoog ten teken van groet. De hond reageerde alert en op zijn hoede. Ze twijfelde duidelijk over de bedoelingen van de man. Ik kalmeerde haar met een streling waarna ze geen aandacht meer leek te hebben voor deze hoewel magere maar toch imposante verschijning. Met een simpel handgebaar gaf ik aan dat de man plaats mocht nemen recht tegenover mij. Hij legde het geweer op de tafel. De langvormige kolf was van hardhout. Ik hoorde dat de man een blikje uit zijn kontzak haalde wat gepaard ging met een rammelend geluid van metaal op metaal. 'Koffie?'

Het scheelde slechts een paar klinkers maar in de praktijk bleek de haan toch minder sympathiek dan zijn vrouwelijke tegenhangers. Het was ook nooit de bedoeling geweest een haan toe te voegen aan het toch al zo royale particuliere dierenrijk, maar dit feit werd pas weken na de aanschaf van het gevogelte duidelijk door onder andere krakkemikkig gekraai. Het had toentertijd zelfs nog wel iets aandoenlijks, maar naarmate de tijd vorderde nam toch mijn irritatie toe. De haan groeide uit tot een enorm monster van buitengewone proportie. Hij gaf er graag de voorkeur aan zichzelf te profileren als leider van de meute. Om deze boodschap kracht bij te zetten positioneerde hij zich dan meestal pontificaal op grote hoogte. Op deze manier kon hij neerkijken op het merendeel van het gepeupel, al zag hij ook wel dat hij het qua postuur af moest leggen tegen de daadwerkelijke roedelleider. Maar de haan leek te voelen dat ik hem wantrouwde en op een bepaalde manier toch afstandelijk respecteerde. Ik wenste vooralsnog uit te gaan van zijn goede bedoelingen en vermeed elke confrontatie.

Het viel mij op dat de man motorisch wat problemen had. Ook slurpte hij schaamteloos zijn koffie in rap tempo leeg.
'Leg mij eens uit hoe dat ding werkt?' vroeg ik nogal dwingend.
'Simpel. Stelt niks voor.' was zijn weinig verrassende antwoord.
Ik drong nog eens aan om toch nog wat tijd te investeren in de after sales service. Ik overtuigde hem van het feit dat ik een stadse knakker was. Niets wist van dit alles en een wereld betrad die normaal gesproken de mijne niet was. Met een zucht benadrukte hij zijn tegenzin.
'Het is er één met veerdruk.'
Ik knikte alsof ik wist waar hij over sprak. De man vervolgde zijn betoog.
'Hier zie je de knikloop'.
Dit begreep ik. Ook omdat ik het de man al een paar keer had zien doen en het woord voor zich sprak.
'Na elke kogel moet je de spanprocedure herhalen'.
'Er kan dus per keer maar één kogel in?' Weer hoorde ik de man mijn opmerking beamen door middel van zuchtend zwijgen
'Het kaliber is 4,5 mm.' Ik knikte nu slechts en mijn gedachten dwaalden af. Ik probeerde oogcontact te vermijden want de man begon mij te irriteren. Het zal zijn hooghartige houding geweest zijn die maakte dat het niet klikte.
'Mag ik hem eens proberen?'
De man keek mij nu bezorgd aan. Hij had het liefst het wapen neergemieterd en zijn geld meegenomen. Nu moest hij ook nog aanzien hoe deze stadse sukkel voor het eerst van zijn leven ging aanleggen. Ik maakte onbewust haast, voelde mij toch wat opgejaagd door de slungel. De loop knikte gemakkelijk naar beneden. Ik liet het geweer onder mijn linker oksel bungelen terwijl ik het blik met kogeltjes opende. Ik drukte de kogel er al gelijk de eerste keer goed in en knikte de loop weer terug in positie. Ik boog mijn hoofd iets naar links, sloot mijn luie rechteroog en mikte op een willekeurige boom.
'Waarom richt je met links?' vroeg de magere mij verbaasd.
Deze zelfde vraag had een sergeant mij ook ooit gesteld tijdens een schietoefening op baan 5 van de schietbaan. Ik was nog jong en dienstplichtig en mij goed bewust van mijn beperkte zicht in mijn luie rechteroog. De sergeant accepteerde geen weerwoord en dwong mij te richten zoals gebruikelijk met het rechter oog. Niet veel later bleek dat baan 6 naast mij twaalf treffers had genoteerd, daar waar hij toch echt maar tien kogels had afgevuurd. De sergeant begreep er niets van. Ik daarentegen wel maar zweeg in alle toonaarden. Had geen zin uit te leggen dat ik onbewust verantwoordelijk was geweest voor dit misverstand. Ik voelde zelfs nog enige trots dat ik in elk geval twee keer raak had weten te mikken. Dat het de baan van mijn buurman was nam ik op de koop toe.
'Ik neem hem'. Ik overhandigde de dunne het bedrag dat wij vooraf al waren overeengekomen en gaf hem nu een hand.
'Bedankt voor je geduld'.
De man kon een voorzichtige glimlach nu niet onderdrukken.
'Succes ermee.'

Meer en meer werd het gedrag van de haan onacceptabel. Gezinsleden grepen vaak ter zelfverdediging een paraplu of wandelstok, vele jaren geleden meegenomen vanuit Oostenrijk, om zich te wapenen bij het verlaten van de woning. De haan regeerde over wat hij zijn terrein noemde. Soms gedoogde hij wel iemand. Als er met mais werd gestrooid bijvoorbeeld of oud brood. Maar zelfs dan zag hij soms kans om uit onverwachte hoek een aanval in te zetten. Ter meerdere eer en glorie van vooral de haan zelf, al beweerden sommigen dat hij slechts zijn hennen wilde beschermen. Onzinnig want niemand van ons had de intentie deze dames op welke manier dan ook te beschadigen of kwetsen. De hele dag paradeerde hij achter zijn troep met vrouwen aan. Soms verliet hij de groep even om ergens poolshoogte te nemen of weer een stevig signaal af te geven aan toevallige onwetende passanten. Soms om weer eens heel gericht zijn grijpgrage klauwen te strekken en deze te richten op iets of iemand die te dicht naderde. Het aantal incidenten waarbij de haan betrokken was nam zienderogen toe.

Ik begeleidde de man naar het hek en sloot deze, waarbij ik in mijn ooghoek de haan en zijn gevolg zag naderen. Ik zwaaide de lange man nog na en liep vervolgens met een grote boog om de groep kippen  heen. Ik voelde mij laf en schaamde mij voor mijn weinig Spartaanse opstelling. Ik nam mijn plek weer in en bestudeerde het zojuist aangeschafte geweer nog eens aandachtig. Speels als een klein kind richtte ik op willekeurige doelen zonder dat het geweer geladen was. Ik zocht naar een veilige plaats om het geweer te bewaren en besloot dat de schuur de beste optie was. Ik dronk mijn laatste slok koud geworden koffie en schudde mijn hoofd even heen en weer van zoveel viezigheid. Ik nam het geweer in mijn linkerhand en liep op de schuur af. Wederom had de haan mij in zijn blikveld weten te vangen en kwam hij al rennend mijn richting uit. De hennen lieten hem deze keer begaan. Hoewel ik op mijn hoede was ging ik er vooralsnog vanuit dat de actie van de haan slechts een statement was. Maar al snel werd duidelijk dat het hem dit keer menens was. De haan leek zich nog groter te maken dan hij al was. Ik had mijn rechterhand al op de klink van de schuurdeur maar liet deze weer los en greep met twee handen de loop van het geweer vast. Ik probeerde de haan met slaande bewegingen op afstand te houden maar zonder succes. Hij liet zich niet wegjagen. Niet deze keer. Zelfs niet door een hardhouten geweerkolf. Ik moest tijd zien te winnen want ik kon niet naar links of naar rechts. Een confrontatie leek onvermijdelijk. De haan verhoogde nu het volume van zijn gekraai en kwam in slow-motion dichterbij. Ik verbaasde mij over zijn enorme spanwijdte en duwde in een reflex de klink van de schuurdeur naar beneden. Nog voor de haan mij daadwerkelijk had aangevlogen had ik mij weten te verschansen in het houten bijgebouw.

Even wist ik mij geen raad maar al snel kwam ik tot de conclusie dat ik geen keuze had. Ik moest orde op zaken stellen en deze vete voor altijd in mijn voordeel zien te beslechten. Ik opende voorzichtig de schuurdeur en keek door een kier naar de haan die weer op de terugweg was richting zijn harem. Dit gaf mij de gelegenheid een plan te smeden terwijl ik een 4,5 mm kogeltje plaatste in het geweer. Gewapend en vol zelfvertrouwen verliet ik de schuur. Het geweer deed iets met mij al voelde ik mij eerder een lafaard dan Jesse James. Maar iemand moest het doen en ik was de aangewezen persoon. Ik zocht naar de ideale locatie om de haan te grazen te nemen maar de gedachte alleen al deed mij rillen en maakte mij nerveus. Tegelijkertijd maakte ik mij zorgen om een mogelijk doemscenario. Ik wilde in geen geval één van de hennen raken en dat zou lastig worden aangezien de haan zich weer tussen de vrouwtjes had verschalkt. Maar ik moest ook stoppen met zoeken naar excuses dus legde ik aan. Droogschieten om te oefenen was het plan, maar ik had de haan nu perfect in mijn vizier en dacht dan ook geen seconde langer na. Een weinig indrukwekkend knalletje volgde maar zowel de hennen als de haan maalden er niet om en pikten rustig door op het zonovergoten gazon. Nog nerveuzer en meer onzeker dan voorheen propte ik een nieuwe kogel in de knikloop. Ik ging nu door mijn knieën en richtte wederom op de witte haan met rode kam. Een prachtig beest was het maar dat was geen reden voor mij het plan te wijzigen. Ik sloot mijn rechteroog om beter te kunnen mikken en was nu zeker van mijn zaak. De haan bleek niet bestand tegen deze tweede poging al fladderde hij nog een moment door. Ik zag hem uiteindelijk op zijn zij liggen en liep langzaam op het beest af. De hennen leken ook even van slag maar pikten de draad en allerlei ander lekkers weer snel op.

Met het uitende van de loop van het geweer schudde ik het beest even behoedzaam heen en weer. Om zeker te zijn van mijn bedenkelijke zaak. De haan bewoog niet meer. Ik tilde hem op bij beide klauwen en liep op de beerput af. Meer en meer leek het of ik in een aflevering van Miss Marple of Agatha Christie figureerde. Ik opende de deksel en wierp de haan zonder pardon in de put. Ik sloot de put nauwkeurig en zorgvuldig.

Een agressieve haan
Dood op het gazon
Hij moest er echt aan
Want hij begon