Follow RudiVP on Twitter

dinsdag 25 februari 2014

Patatje Oorlog

Zijn rechterwang raakte het kussen maar net, hij had de mond nog gapend halfopen. Zijn linkerarm had hij langgerekt over zijn vrouw heen geslagen, zij lag links van hem, en met zijn rechterarm griste hij in volledige duisternis naar zijn al minutenlang alarmerende Iphone 5s. Hij had geen verbetering of verandering kunnen constateren in vergelijking met de vorige versie van zijn mobiel, maar was blij met zijn kleine, handige en onafscheidelijke gabbertje. Behalve op deze ochtend. Met gespleten ogen probeerde hij zicht te krijgen op het vervelend fel verlichte schermpje. Zijn leesbril was in geen velden of wegen te vinden maar Joop kende de routine en de keuze die hij had: Slepen om te snoozen of slepen naar de badkamer. Hij verkoos het laatste maar ging eerst even op de rand van zijn bed zitten. Zijn handen streek hij door zijn haar waarna hij twee gebalde vuisten onder zijn kin plaatste. Zijn ellebogen drukten pijnlijk priemend op zijn bovenbenen net boven de knie. Zijn lange bovenlichaam gebogen en zijn kin iets naar voren gestoken. Met een diepe zucht tot slot. Na enkele seconden fatsoeneerde hij vervolgens zijn langgerekte bakkebaarden. Onnodig want kort geschoren. De bakkebaarden eindigden midden op zijn wang in een scherpe punt. Een kappersdetail. Zij knipte hem, hij haar. Joop gromde nog even wat maar maakte langzaam aanstalten. Joop was niet bepaald het prototype ochtendmens. Ergens had hij eens gelezen dat je niet direct vanuit bed op je benen moest gaan staan. In elk geval niet al te snel. Joop nam dergelijke adviezen maar al te graag serieus. Het opstaan werd begeleid door een gedempte oerkreet want zij sliep nog. Hij sjokte en voelde zijn benen stram en stijf. Terwijl hij de koude badkamer betrad wist hij dat zijn vrouw zich nog even zou omdraaien. Ze had haar vrije dag en hij wilde haar niet storen. Natuurlijk zou hij nog best even achter haar billen willen kruipen. Löffeltje löffeltje. Iets in haar oor willen fluisteren. Wat was hij gek op deze vrouw en hij gunde het haar dat ze deze ochtend mocht blijven liggen. Maar wat had hij graag even zijn arm even om haar heen willen slaan en zachtjes zou hij aandringen. Joop was nu eenmaal een lijfelijke echtgenoot. Maar Joop was bang voor nul op rekest. Zeker na gisteren.

De winterse zon en de blauwe lucht waren zoals wel vaker een prachtig scenario voor het rauwe Groningse land. Ik keek naar buiten vanuit de keuken terwijl ik mij voorzag van pakjes drinken en vreterij voor onderweg. Ik had een reis van twee uur voor de boeg maar verheugde mij erop om vanuit Groningen, door Friesland via de Afsluitdijk richting Noord-Holland te rijden. Ik zou daar Joop ontmoeten. Joop had mij die ochtend al meerdere keren duidelijk weten te maken dat hij wat nerveus was. 'Je komt toch wel?' 'Hoe laat ben je d'r?' 'Waar ben je nu?' Soms probeerde ik Joop via de whatsapp even tot kalmte te manen, maar tevergeefs. "Doe je voorzichtig tijger! Kilometervreter!' 'Laat je het weten als je er bijna bent?' 'Sorry als ik wat nerveus lijk, maar het is net een blind date!'
Ik vond het ook spannend maar had er minder aandacht voor. Ik genoot van de muziek uit mijn autoradio en zocht naar maximaal volume. Ik draaide al rijdend een sigaretje en deed beide voorramen een decimeter tegen elkaar open. Een frisse wind ging de strijd aan met stinkende damp en ik accepteerde de kou zonder mopperen. De zon scheen magistraal toen ik Sneek passeerde. Ik pinkte een traantje weg en zong vals mee met de zuivere klanken van John Legend. Wat ben ik toch een jankerd. Mijn lange haardos raakte meer en meer verwilderd en verwaaid door de nog altijd openstaande ramen. Soms keek ik even in mijn achteruitkijkspiegel en probeerde ik het nog enigszins te fatsoeneren, maar na enkele seconden frisse wind was er met mijn kapsel weer geen land te bezeilen. Ik vroeg mij even af wat Joop zou zeggen als hij mijn haar zo zou zien. Joop was kapper. Kapper in Noord-Holland.

Het typisch Noord-Hollandse dorp oogde lieflijk, speels en vrolijk. Een dorp gelijk een openluchtmuseum. Ik sloeg linksaf vanaf de Hoofdweg en zag een lange man op de hoek van de straat onrustig om zich heen kijken, zijn mobiel losjes in de aanslag. Zijn kin iets omhoog gestoken. Hoewel ik Joop alleen kende van zijn profiel op Twitter, herkende ik hem meteen. Het feit dat het heen en weer bewegen plaats vond vlak naast een kapperszaak hielp ook mee. Ik zocht eigenwijs mijn eigen parkeerplaats ondanks de dwingende aanwijzingen van Joop. Het had er alle schijn van dat deze man zich om mij bekommerde. Dit had hij vooraf ook al nadrukkelijk laten merken. 'Ik vind het zo bijzonder dat je komt! Je bent mijn gast en ik leg je in de watten. Geloof mij maar!' Ik geloofde Joop, vooral ook omdat hij er al meermaals melding van had gemaakt.

Ik parkeerde even verderop en zag Joop in mijn spiegels naderen. Ik raapte mijn spullen bijeen vanaf de passagiersstoel en opende deur. Terwijl ik uitstapte zag ik Joop al met beide armen gespreid mijn richting uit komen. Joop leek zijn pas niet te vertragen terwijl hij toch al erg dichtbij was. Ik probeerde mijn hand uit te steken maar had mijn beide handen nog vol met jas, bril, shag en telefoon. Nog voordat ik er ook maar iets tegenin kon brengen had Joop mij al vol op de wang gekust. Van schrik liet ik iets vallen, maar constateerde opgelucht dat het mijn telefoon niet was. Joop raapte vriendelijk mijn leesbril van de klinkers.
'Je vindt het toch niet erg dat ik je kus? Ik mag dan kapper zijn, homo ben ik niet hoor. Ik ben gewoon lijfelijk.'
Ik grijnsde wat ongemakkelijk en reageerde sportief.
'Nee hoor, ik vind het niet erg. Het voelt alleen wat ongemakkelijk. Ik ben daar gewoon wat onhandig in.'
Ik merkte dat Joop mij had overrompeld. De tijd die ik normaal gesproken aangreep om afstand te bewaren was er niet geweest.
'Welkom vriend. Wat vind je van ons dorp'.
Ik vond het een prachtig dorp en het enorme contrast met het Groningse was niet onder woorden te brengen. Ik had mijn zaken inmiddels weten te organiseren en kreeg eindelijk de gelegenheid Joop eens goed te bekijken. Hij was veel langer dan ik mij had voorgesteld. Minstens een kop.
Joop had het moment aangegrepen om ook mij uitgebreid te inspecteren.
'Jij bent ook een kleintje!'
 Ik haalde mijn schouders op terwijl ik breeduit moest lachen en liep mee met Joop.
Joop opende de deur van de kapperszaak en liet mij voorgaan. Trots liet hij mij zijn kappersstoel zien. Ik vermoedde dat Joop zijn handen jeukten om mijn weelderige beginnend grijze dos te kortwieken, maar we liepen al snel door naar de woonkamer boven de zaak. Het huis oogde sfeervol en ruim door een wirwar aan massale houten balken. Joop wees mij de stamtafel bij het raam maar mijn aandacht werd afgeleid door de aanwezigheid van een vrouw. Zijn vrouw. Ze zat vrijwel bewegingloos haar werk te doen achter haar computer. Ze stond op en keek mij aan, ik schudde haar de hand. Zij reageerde gereserveerd en koel. Al snel nam zij weer plaats achter haar desktop. Ik vermoedde dat zij verantwoordelijk was voor het reilen en zeilen achter het leven van Joop. Hij zag dat ik zijn vrouw in mij opnam en bevestigde mijn vermoedens. Alsof mijn nieuwe vriend mijn ogen nu al kon lezen.
"Ik ben niets zonder haar. Zij is de spil van mijn bestaan.'

Binnen een half uur zat de stamtafel vol met de vrienden van Joop. Hoewel de middag nog amper had aangevangen vlogen de eerste biertjes al vlot over tafel. Ik weigerde niet en vertelde Joop en zijn makkers honderduit over mijn leven. Hoewel ook ik gespannen en onzeker was geweest voor dit bezoek, had dat gevoel nu plaats gemaakt voor een overdosis aan zelfvertrouwen. Ik voelde mij welkom en liet dat blijken. Waarschijnlijk ook daarom probeerde ik wederom oogcontact te maken met Joop's vrouw, terwijl ik de mannen hoorde praten over voetbal, kinderen, vrouwen en werk. Ik had de kerels al voor mij gewonnen, nu was zij aan de beurt. Ik wilde haar slechts op haar gemak stellen. Blijkbaar voelde ze mij kijken. Ik zocht toenadering.
'Je bent er maar mooi klaar mee. Al die kerels over de vloer.'
Haar reactie was kort, bondig en defensief. Eigenlijk haalde ze alleen even haar schouders op. Ze stak nog een sigaret op en inhaleerde diep. Ik probeerde het gesprek gaande te houden.
'En dan nodigt hij ook nog een wildvreemde uit.'
Nu leek ze toch voorzichtig te glimlachen.
'Ach, ik ben wel wat gewend met Joop.'
Ze leek de ideale tegenpool van de man die mij nog geen uur geleden ongegeneerd amicaal op de wang had gekust. Ik liet haar begaan en verlegde mijn aandacht weer richting stamtafel. Ik wilde niet dat zij zich ongemakkelijk zou voelen. Ik hoorde Joop oreren over het feit dat ik al deze moeite had genomen en maande hem tot kalmte. 'Maak je toch niet zo druk Joop.'
'Ik had gewoon nooit verwacht dat je op mijn uitnodiging in zou gaan' reageerde hij opgetogen.
Ik voelde mij op mijn gemak aan deze stamtafel in noord-Holland. Nam nog en biertje en luisterde naar de mannen die elkaar door en door kenden. Kameraden leken voor het leven. Joop had mij niet alleen bij hem thuis uitgenodigd, hij had twee kaarten weten te bemachtigen voor een voetbalwedstrijd in Volendam. De plaatselijke trots trad aan tegen Almere. Een wedstrijd uit de krochten van het betaald voetbal in het altijd knusse vissersdorp. Dat Joop de kaarten had gekregen van een oud Ajax keeper leek geen toeval. Joop kende Jan en Alleman. Beroemd of onbekend. En Joop kuste ze allemaal op de wang. Bijna allemaal. We zochten een plek op de halflege tribune en keken amper voetbal. Joop bleef maar praten en ik bleef zeker niet achter. Heel soms wierpen we een blik op het veld, wat direct weer aanleiding was om onze eigen carrières in het voetbal zonder enige terughoudendheid in kaart te brengen.
'Ik was een kopsterke spits' wist Joop te melden.
Ik kon natuurlijk niet achterblijven.
'Ik was een hardwerkende middenvelder met een splijtende pass.'
We rookten wat en keuvelden weer verder. In de rust aten we een broodje bal.
'Deze moet je proeven. Ze zijn van de lekkerste slager uit Volendam en omstreken.'
De bal smaakte sensationeel, terwijl wij ons mengden onder lokale vissers. Of zangers. Voetballers wellicht.
We schudden de hand van een beroemde scheidsrechter. Joop maakte geen aanstalten hem te kussen. 'Hij is homo'. Joop wist het zeker. We dronken nog wat. We kletsten nog meer. Bekeken elkaars foto's. Joop dronk nog wat. We schudden nog wat handen en vertrokken weer naar Joop's thuisbasis. Ik stuurde, Joop wees mij de weg.

Simone kon soms best genieten van Joop's regelmatige en vaak rumoerige bezoek. Af en toe mengde ze zich zelfs in een gesprek, pakte ze er ook een stoel bij, om vervolgens gehaaid de met testosteron gevulde stamtafel van repliek te dienen. Vaak bleven de mannen dan even stil, wisten ze wel dat zij wederom gelijk had, maar hadden ze gewoon even geen zin in de waarheid. Maar vandaag had zij zich zoals wel vaker op de vlakte gehouden en liet ze de mannen begaan. Voetbal was weer eens het gespreksonderwerp. Het liefst dook ze dan met een beker warme koffie op de bank. De grote mok stevig tussen haar handpalmen en vingers geklemd, prettig tegen de koude handen. Hoe had hij het in zijn hoofd gehaald om een wildvreemde vent bij hem uit te nodigen. Deze had er zelfs 400 kilometer voor over gehad om Joop te ontmoeten. 'Als je zo ver rijdt, dan spoor je niet.' Ze had zelf moeten lachen om deze dubbelzinnige opmerking. Zoals ze wel vaker moest lachen in de nabijheid van Joop, waar ze eigenlijk boos was. Met regelmaat had ze Joop gewaarschuwd, maar hij bleef ongehinderd een blind en naïef vertrouwen houden in de goedheid van de mensen. Hoe kon ze hem ook ooit kwalijk nemen, datgene waar ze zoveel jaren geleden nog zo verliefd op werd. Zijn vrolijkheid en ochtendchagrijn. Zijn humoristische cynisme soms. Zijn jeugdige naïviteit en zijn klunzigheid niet te vergeten. Zij hield van deze man. Wist meer van hem dan hij ooit zelf zou kunnen ontdekken. Hij was niets zonder haar. Zij evenmin zonder hem. De kapper uit noord-Holland.

Joop's nieuwe vriend had in elk geval even de moeite genomen, interesse in haar getoond. Een vraag gesteld zowaar! Misschien wel net alsof en onder valse voorwendselen, maar dat deerde niet. Ze wist door zijn vlotte babbel heen te prikken. Hij zag eruit als een gezette veertiger, beginnend grijs. Ze vond hem wat nonchalant gekleed, alsof hij was blijven hangen in de tijd. Ook zijn ongeschoren kin viel haar op. Dat leek geen bewuste keuze van deze man, meer een soort van ongeïnteresseerdheid. De man kwam zelfverzekerd maar vriendelijk over. Dat hij complimenteus was had zij ter kennisgeving aangenomen.


Alle mannen vertrokken tegelijkertijd en Joop nam zijn nieuwste vriend mee naar het voetbal. Zij had het sfeervolle rijk dus de komende uren voor haar alleen. Ze hoorde de mannen nog groeten, maar schonk er amper aandacht aan terwijl ze zich nestelde op de bank. Ze had bedacht wat ze deze middag allemaal kon gaan doen, zo heerlijk alleen. Een boek lezen misschien. Of een dvd kijken. Misschien een wijntje straks. Maar ze besloot dat het ultieme niets doen vanmiddag in elk geval prioriteit had. Al snel stond ze weer op en leek ze lichtvoetig van de bank richting slaapkamer te zweven, waar ze zich verkleedde in een makkelijk crème kleurig huispak. Ze bekeek zichzelf vervolgens in de spiegel en was tevreden met wat ze zag. Ze bekeek ook haar kont nog even kritisch, ze had goede billen. Vervolgens dook ze vrolijk kinderlijk op het enorm dikke matras, waar ze met gespreide armen en benen enkele seconden op haar buik bleef liggen. Gewoon omdat het kon. Ze knipte het licht uit in de slaapkamer en besloot in de keuken nog een koffie te maken. Het werd een koffie verkeerd. Ze inspecteerde de koelkast, keek kritisch naar de inhoud maar sloot de deur licht teleurgesteld en accepteerde haar licht knorrende maag. Neuriënd schoof ze voorzichtig met haar hete koffie terug naar de bank. Ze voelde haar koude voeten en plukte onderweg een dekentje mee. De stilte in het huis voelde als een waar genot aan haar oren. Ze gilde even toen ze bijna voorover dreigde te vallen. Ze moest om zichzelf lachen en plofte weer neer op de bank. Ze probeerde uit te rekenen hoe lang ze deze weelde van het alleen zijn mocht dragen deze middag, maar gaf het al snel op. Joop was onvoorspelbaar en van zijn nieuwe vriend wist ze nog amper iets.

Hoewel ze heerlijk lag twijfelde ze toch. Ze had honger maar was te lui en ontbeerde zin om alweer op te staan. Ze stak nog een sigaret op, keek even televisie, dronk haar koffie half leeg, drukte beheerst haar filtersigaret weer uit en draaide zich even op haar zij. Haar hoofd half tegen de leuning van de bank aan. Het dekentje sloeg ze om zich heen en langzaam dommelde ze weg. Het leken slechts minuten. Ze had amper de kans gekregen om zich te beseffen waar ze was en in welke tijd ze leefde, of ze staarde midden in de gezichten van Joop en zijn nieuwe vriend. Joop oogde jolig en druk als altijd, de man hield zich stil. Ze had spijt van het feit dat ze haar middag had verknoeid met slapen en was nog niet in staat direct te reageren op de spraakwaterval van Joop. Haar maag gromde nu in plaats van knorren.

Giebelend beklommen we de trap naar de huiskamer.

'Hij blijft eten schat. We gaan Chinees halen. Heb jij daar ook zin in?'
Het leek een vraag waar Joop het antwoord al op wist, want hij luisterde amper naar het antwoord. Ze keek op de klok, strekte half liggend op de bank haar rechterarm met gebalde vuist in de lucht terwijl ze gaapte en trok een verveeld gezicht.
'Nee eigenlijk niet. Neem voor mij maar een patatje oorlog mee.'
Joop's gezicht betrok. Daar had hij geen rekening mee gehouden. Hij tekende dan ook bezwaar aan en leek vastberaden. Ik probeerde Joop nog even te laten inzien dat het wat mij betreft geen probleem hoefde te zijn. Ik wist inmiddels al dat de snackbar recht tegenover de Chinees was gesitueerd, die op zijn beurt weer net naast de dorpskroeg goede zaken deed. Ik probeerde Joop dan ook op andere gedachten te brengen, het was toch 'geen enkele moeite', maar Joop hield resoluut maar nu wat onhandig en meer en meer ongemakkelijk voet bij stuk. Zij protesteerde amper maar het ongenoegen was van haar gezicht te lezen. Joop keek mij verwijtend aan. Waar ik mij mee bemoeide. Even zweeg iedereen en niemand bewoog. Status quo. Ik keek Joop nog eens indringend en met grote ogen aan. Uit het niets gaf hij zich over.
'Tuurlijk schat. We nemen voor jou een patatje oorlog mee. We lopen wel even langs de snackbar.'
Zij reageerde enthousiast en leek op te leven.
'Dankjewel Joop. Ik bel de bestelling wel even door. Hoef je het alleen maar op te halen.'
Joop gaf zijn vrouw een kus en een klein beschaafd maar ondeugend tikje op haar bil.

Goed gemutst en hongerig liepen we richting het dorpsplein. Ik kon de stevige pas van Joop maar moeizaam volgen. Resoluut stapten we de dorpskroeg binnen en voor ik het wist dronk ik, hangend aan de toog, een ijskoud biertje van de tap. En nog één, waarna Joop besloot Chinees te gaan bestellen bij de buren. De barman gaf nu een biertje weg terwijl ik Joop zag weglopen en ook al snel weer terug zag keren. Wederom met overtuigende passen. Joop bestelde nu een baco en hield niet op met oreren. Ik stapte wijselijk maar jammerlijk over op de cola puur. We spraken over voetbal, vrouwen en de maatschappelijke rol van een barkeeper in een klein en gemoedelijk dorpje in noord-Holland.


Ik nam nog een slok van mijn drankje en had in eerste instantie niet door dat de deur van de kroeg half geopend stond. De barkeeper stond met een minzaam lachje en zijn handen in zijn zij richting Joop te gniffelen. Stamgasten aan de bar draaiden zich om op hun barkruk en verheugden zich op wat zou gaan komen. De muziek leek te zwijgen en ik zag dat Joop zijn rum-cola in één teug tot zich nam, waarbij zijn adamsappel nadrukkelijk zichtbaar werd. De vrouw in de deuropening herkende ik meteen. Met haar schouder leunde ze tegen de deur waardoor deze geopend bleef. Langzaam tilde ze haar linkerarm omhoog, waar zij een hagelwit klein, dun en goedkoop plastic tasje droeg. Ze zag Joop staan en hij zag haar. Ze hoefde niets te zeggen. Joop had het begrepen. De gasten probeerden het leven van Joop nog iets zuurder te maken dan het nu al was. Joop wist wel raad met de situatie, pareerde soms vilein plagerijen, maar oogde ondanks dat toch ongemakkelijk.

Ze hoorde de deur beneden opengaan en zakte nog iets verder onderuit. Ze nam nog een patatje en haalde deze ferm door de saus. Nog voor ze een hap kon nemen stonden er twee mannen wat schlemielig en bewegingloos voor haar. De schouders demonstratief naar beneden. Ze droegen meerdere goedkope witte plastic tasjes in beide handen. Ze zag dat Joop zijn uiterste best deed om het tij te keren, maar ze liet hem graag nog even watertrappelen. Demonstratief nam ze nog een paar happen. Ze liet hem naar woorden zoeken maar kon een voorzichtige glimlach niet onderdrukken. Waarom kon ze toch nooit echt boos worden op deze man. Ze sloeg haar deken van zich af en liep richting stamtafel.
'Kom. We gaan eten.'

Joop stond voor zijn kapperszaak in het idyllische noord-Hollandse dorpje. Ik stak mijn hand uitnodigend naar voren maar Joop negeerde deze totaal en gaf mij een kus op mijn wang.
'Bedankt gozer. Het was een topdag'.
Ik vond dat ook, dankte Joop voor zijn gastvrije ontvangst en liep naar mijn auto.
'Doe je wel voorzichtig. Kilometervreter!'
Ik stapte in, claxonneerde amicaal, en reed behoedzaam vanuit noord-Holland, via de Afsluitdijk, door Friesland terug naar Groningen.

4 opmerkingen:

  1. Met een brede glimlach dit Patatje Oorlog tot mij genomen. Top stukkie!

    Vriend en trouwe klant van Joop en Simone.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat is erg leuk om te horen. Groet 'Joop' en 'Simone' als je ze ziet!

      Verwijderen
  2. top verhaal en heel herkenbaar.... namens langste/trouwste klant van Joop

    BeantwoordenVerwijderen