Follow RudiVP on Twitter

maandag 14 april 2014

Over de tong

'Ontspan uw tong maar even hoor?'
Ik hoorde het de tandarts vriendelijk vragen, terwijl ze met een spiegeltje de tong in bedwang probeerde te houden en met een minieme schroevendraaier een metalen kokertje strak draaide. De koker had zij over de te behandelen kies geschoven, tot ver in het tandvlees. De vriendelijke tandarts met het stevige lijf en lieve gezicht had mij al gewaarschuwd voor het kokertje.
'Dit kan wat pijnlijk zijn hoor!'
Ik vermande mij, zoals ik het de tandarts had beloofd. Maar mijn tong leefde zijn eigen leven. Liet zich niet dirigeren en bleek sterker dan ooit. Alles wat naar metaal of instrument neigde werd roekeloos en zonder nadenken stevig in zijn greep genomen. Ik lag er wat verloren bij en verontschuldigde mij in onverstaanbaar gebrabbel voor het dwarse gedrag van mijn tong. Ik was er wel mee bekend. Wel vaker had de spier aangetoond geen liefhebber te zijn van gedoe in het gebied waar hij dacht te heersen.

Weinig nerveus maar toch ongemakkelijk stapte ik de druk bezette wachtkamer van de tandarts binnen. Het was een grote praktijk dus ik maakte mij geen zorgen over de eventuele wachttijd. Ik nam plaats naast een prachtig slanke, donkere vrouw. Ze droeg een sierlijke bril onder haar kroeshaar en keek mij even vluchtig verlegen aan. Haar volle lippen vielen op.
'U bent samen binnen gekomen?'
Ik begreep niet precies waarom de praktijkassistente dit vroeg maar antwoordde zoals wel vaker rap van de tong.
'Nee hoor. Maar wat niet is kan nog komen. De dag is nog lang.'
De assistente leek grapjes niet te kunnen waarderen en de donkere vrouw naast mij reageerde niet. Zij bleef stuurs voor zich uit kijken. Ze was een opvallende verschijning in de wachtkamer en het overwegend blank getinte noordoost-Groningen. Soms probeerde ik even vergeefs oogcontact te zoeken. Maar de vrouw bleef stoïcijns in de overvolle wachtkamer.
Een jongeman zat in de hoek en leunde tegen een zijraam. Hij speelde wat met zijn mobiel. De jonge kerel had een slonzig baardje en oortjes in, waardoor hij in zijn eigen wereld leefde en alles hem verder ontging. Een lange oudere vrouw meldde zich gedesillusioneerd en moeizaam pratend bij de praktijkassistente aan de balie.
'Het zat even tegen. Ik moet nog een afspraak maken.'
De assistente reageerde quasi begripvol, maar weinig overtuigend.
Rechts naast mij zat een echtpaar onrustig heen en weer te bewegen. Af en toe blafte de man haar iets toe in onvervalst en dus onverstaanbaar dialect. Het paar zag er slonzig uit in vale besmeurde spijkerbroeken. Hij was klein en droeg een veel te lange jas waardoor zijn handen niet zichtbaar waren. Zij had een peper- en zout kleurig kapsel en droeg witte Zweedse klompen. In haar handen klemde zij stevig een handtas met lange hengsels. Weer snauwde de man iets naar zijn vrouw. De ingehouden gefrustreerde drift van de kleine bebaarde man was voelbaar. De praktijkassistente keek de man argwanend aan maar zweeg. Terwijl ik ook oogcontact zocht met het paar, ten teken dat ik de man wantrouwde, voelde ik dat links van mij de donkere vrouw opstond. Even dacht ik dat de vrouw zich wilde mengen in het schijnbare conflict, maar het bleek de tandarts die haar had geroepen. De mooi donkere dame verdween in één van de vijf behandelkamers. Ook de jongeman was inmiddels verdwenen en tot slot verdween ook het kibbelende paar. Zij liep volgzaam achter hem aan en snauwde nu naar hem. Eveneens in onbegrijpelijk Gronings. Ik bleef alleen over in de wachtkamer, samen met de assistente. Ze droeg een stichtelijke bril en bleef professioneel afstandelijk. Ik keek naar de klok en zag dat ik al een kwartier over tijd was. Ik keek naar een vale poster met afbeelding van wel 45 koeiensoorten. Af en toe liep een witte jas uit en weer in. Ik zag het gangbare kinderspeelgoed. De posters met aanbevelingen en adviezen over elektrisch poetsen, flossen, stoken en suikergebruik. Ik zag een deur opengaan en een guitige lach keek mijn kant op.
'Komt u verder?' De tandarts hield haar rechterarm gestrekt en met geopende platte hand wees zij richting behandelkamer.

Schijnbaar vrolijk maar oprecht vriendelijk schudde ik de hand van de tandarts. Ik voelde dat mijn hand geen kracht zette maar het was ook zeker geen slap handje. Zonder verdere aanwijzingen nam ik direct plaats in de luxe tandartsstoel. Een soort verlengde lederen kuipstoel uit een Italiaanse sportwagen. Maar dan in afzichtelijk lichtgeel. De tandarts kwam direct ter zake.
'We gaan de kies linksonder even vullen.'
Ik vond het een overbodige opmerking en wist echt wel waarom ik hier zat, al bijna lag zelfs.
Terwijl de tandarts mijn stoel achterover dirigeerde zag ik dat zij tegelijkertijd mijn digitale dossier opende. Ik zag al snel het negatief van mijn gebit tevoorschijn komen.
'Wilt u een verdoving?'
Ik was niet verrast door deze vraag maar had ondanks dat niet direct een antwoord klaar. Ik bleef nog even liggen met een mond vol tanden, totdat de dame in vlekkeloos wit opmerkte dat een verdoving overbodig bleek. Zij baseerde zich op de negatieven.
'De zenuwen zijn er al uit gehaald bij een eerdere behandeling. U zult niets merken van het boren.'
Ik probeerde zelfvertrouwen uit te stralen en hield mij op de vlakte. Praatjes vullen geen gaatjes.
'Ik zal mij manmoedig gedragen' stamelde ik weinig overtuigend.
'U hoeft hier niet stoer te zijn. Wij vertellen niets verder.' Haar glimlach deed mij even vergeten waar ik was en waarom. Ik hing nu volledig achterover terwijl de tandarts een mondkapje, spatbril en loep plaatste. Niets bleef over van haar eerst toch zo charmante gezicht. Ze mopperde nog iets over de absentie van assistentes maar ging aan het werk, ondanks het tijdelijke gebrek aan ondersteuning. De tandarts benoemde en toonde de instrumenten waarmee ze de klus wilde klaren. Een routineklus. Ik deed alsof ik keek naar het boortje en de speekselzuiger, maar keek in werkelijkheid naar een klein rechthoekig spiegeltje boven mij. Hier kon ik, indien gewenst, de behandeling live volgen. Ik hoorde John Legend op uiterst laag volume zijn liefde betuigen. Ik zag de hagel en regen neerkletteren op het bollende dakraam. Ik zag in mijn ooghoek de assistente aanschuiven en voelde heel even de borsten van de tandarts tegen mij aandrukken. Ik voelde mijn tong weerstand bieden en zag heel even in het spiegeltje hoe zij deze klem probeerde te zetten. De tandarts leek handen tekort te komen in haar strijd tegen deze ongewillige spier.Heel even staakte ze haar behandeling en keek zij mij aan. Ze duwde haar mondkapje even naar beneden en haar spatbril met loep omhoog.
'Het spijt me. Ik kan er niets aan doen. Ik heb er geen controle over.' Een slap excuus maar ik wist even niet beter te verzinnen. Ik bleek gewoonweg niet in staat om te ontspannen tijdens deze volledige overgave. De tandarts zuchtte even, kneep toen haar lippen op elkaar en keek mij wat meewarig aan. Ze zette haar bril en mondkapje weer op en vervolgde haar behandeling. Ik voelde het boren maar amper maar leek wel kramp te voelen in mijn weerbarstige en bijna moegestreden tong. De tandarts ging onverdroten verder en vulde de open kies met een soort kitspuit. De assistente duwde een rood lampje in mijn mondhoek tot deze een piepsignaal gaf. Beide dames hingen nu boven mij. Ik was nog niet in staat geweest om de assistente op uiterlijk te beoordelen, maar haar stem klonk eentonig. Weinig enthousiast vertelde ze de tandarts over de moeizame verkoop van haar huis en haar bezoek aan  'Soldaat van Oranje.
'Het was wel een leuke musical.' Groningse zuinigheid.
Ik was getuige van dit collegiale onderonsje maar kreeg de indruk dat ik werd buitengesloten. De tandarts rondde haar behandeling af en ik voelde mijn tong meer en meer ontspannen. Langzaam aan kreeg ik er meer de regie over terug.

'Dat viel reuze mee' liet ik de tandarts nog even weten. Ik verliet de stoel al voordat deze volledig de zitstand had bereikt. Als een jonge herboren maar vooral opgeluchte God. De tandarts trok haar mondkapje af en gooide deze weg. Haar bril met loep plaatste ze behoedzaam op haar werktafel. Ze keek mij nu vriendelijk lachend aan.
Ik schudde de nog jonge tandarts de zachte mollige hand. Ze plaagde mij even.
'Het zit erop. U was een echte man.'
Ik stak kinderlijk mijn tong uit en dankte haar vriendelijk.