Follow RudiVP on Twitter

vrijdag 8 augustus 2014

Kippenman

Het was in Nieuwolda. Een overigens fraai maar afgelegen lintdorp, enkele kilometers verwijderd van terecht gestigmatiseerde dorpen als Stadskanaal, Beerta, Scheemda en de Pekela's. We vonden het adres via Marktplaats. De kippenman had een gevarieerd aanbod aan kuikens en volgroeide kippen en volgens de advertentie tegen een zeer scherp tarief. Al vanaf € 3,50 per kip!!!!! Google Maps had mij moeiteloos naar "Neiwol' gedirigeerd. Ik parkeerde aan de overkant van de straat en keek eerst mijn vrouw aan. We moesten glimlachen. Al geruime tijd was zij het geweest die de druk op de aanschaf van kippen systematisch had verhoogd. Vervolgens keek ik in mijn achteruitkijkspiegel. Een pubermeisje deed haar oortjes uit.
'Zijn we er?'
'Ja schat. Hier moet het zijn.'

We grapten nog wat over de glanzende Mercedes S-klasse voor het riante vrijstaande huis. We besloten direct achterom te gaan. Voordeuren zijn praktisch nutteloos in de provincie. Je bezoek aankondigen is ook niet nodig, aangezien een regelmatig weids uitzicht geen geheimen kent. De kippenman oogde anders dan ik mij had voorgesteld. Dit was geen boer maar een keurige man in een nette pantalon. Bijna gedistingeerd. Midden vijftig. Zijn vrouw kwam vlak na hem ook naar buiten, knikte even vriendelijk maar afstandelijk en vervolgde haar bezigheden.
'Kippen zijn mijn hobby.'
Ik hoorde het de man zeggen terwijl ik mijn ogen uitkeek. Van piepkleine, schattig donzen kuikens tot afzichtelijke hanenmonsters met gigantische lijven. De meeste volgroeide kippen liepen los in een weiland. Honderden wellicht. In soorten, maten en kleuren allerlei.
'Kunnen die beesten eigenlijk vliegen?'
Ik was en hield mij onnozel. Als niet-wetende moet men zich kwetsbaar durven opstellen.
De Groninger antwoordde vaag.
'Hangt van het soort af. Een hok van minimaal een meter hoog moet voldoen.'
'Welke soort raad u mij aan?'
Ik had er zelf om gevraagd en kreeg nu een stortvloed aan onoverzichtelijke informatie over mij heen gestort. Terwijl ik de man aanhoorde zag ik mijn meegereisde vrouwen zich in een schuur verkneukelen bij het kuikenhok. Ook hier herbergde de man ontelbaar veel beesten. De donzige kipkuikens zochten elkaar op onder de warmtelampen. De "oe's" en "aaahs" van mijn dames maakten mij duidelijk dat de keuze al bijna was gemaakt. Vertedering leek het te winnen van realiteitszin.
De kippenman was nu al even aan het woord maar ik had amper nog geluisterd. Soms had ik een flard van zijn monoloog opgevangen. De Barnevelder zou een rustige kip zijn. De Rhode Island een goede legger en de Noord-Hollandse blauwe zou een forse kop hebben. Het duizelde mij en ik verloor interesse. Ik sloot mij aan bij de dames. Ik kreeg uitgebreid verslag van de schattigheid. De ene was mooi, weer een ander zo lekker brutaal. Voor het eerst zag ik stadse vrouwen kippen vasthouden. Zonder enige vorm van angst zo leek het. Al zorgde onberekenbaar gefladder nog wel eens voor gekir, de dames hadden hun keuze gemaakt. Drie was te weinig. Het werden er vijf in diverse kleuren en met een grote diversiteit aan karakters.
'Zijn het allemaal kippen?'
Ik wilde er zeker van zijn dat mijn positie in het gezin niet zou worden ondermijnd door een of andere Groningse macho haan. De kippenman bekeek de beesten nog eens vakkundig van onderen en was er zeker van.
'Allemaal vrouwtjes.'
Terwijl vrouw en dochter de kuikens in een terloops meegenomen doos trachtten te proppen, rekende ik af met de Groninger.
'Hoeveel krijgt u van mij?'
De kippenman noemde het bedrag zonder enige vorm van gêne of ongemakkelijkheid.
'Dat wordt dan € 97,50.'
Ik fronste nadrukkelijk met mijn wenkbrauwen en opende mijn mond deels om mijn verbazing kracht bij te zetten.
Ín de advertentie heeft u het over heel andere prijzen.'
De man reageerde geagiteerd en kortaf.
'Dit zijn niet zomaar kippen. Dit zijn raskippen.'
Ik zag mijn vrouwen vrolijk met de raskippen in de weer en keek de man nog eens meesmuilend aan.
'Geef mij er op zijn minst dan wat voer bij. Wat eten die beesten eigenlijk?'
De kippenman antwoordde beleefd maar plichtmatig. Ik luisterde amper, ging niet verder in discussie en betaalde het rib uit mijn lijf.

De schrik was mij om het lijf geslagen en lichte paniek maakte zich van mij meester. Al na één nacht zag ik in alle vroegte twee, overigens fraai gekleurde, kuikens op hun rechterzij liggen in het al eerder met zoveel  zorg gefabriceerde riante kippenhok. Minstens één meter hoog. Ze zouden eens mogen willen ontsnappen! Drie andere kuikens leken niet geïnteresseerd in de zorgwekkende toestand van hun soortgenoten en denderden respectloos over de twee dode lichamen heen. Hoewel ik mij geen raad wist besloot ik toch snel. Ik greep beide dode kuikens bij de poten en besloot dat de beerput de meest praktische ruimte was om de lichamen te bergen. Niet veel later nam ik contact op met de kippenman. Hoe het heeft kunnen gebeuren. De kippenman wees alle verantwoordelijkheid van de hand en pruttelde wat in Gronings dialect over stadse fratsen.

Hoewel verdrietig en niet gespeend van enig schuldgevoel rond de gang van zaken, genoot ik de eerste weken van de drie overgebleven vrolijke, nieuwsgierige kuikens. Het zou nog wat maandjes duren, maar tijdens de naderende zomer zouden we onze eerste scharreleieren misschien wel kunnen rapen! Want scharrelen dat deden ze. Het ultieme plattelandsgeluk. Al vanaf dag twee wisten deze kippen te ontsnappen aan het toch riante verblijf. Op advies van de kippenman uit het idyllische Nieuwolda aangebracht op minstens één meter hoogte! Maar dat liet deze kippen niet weerhouden. Onze vrolijke olijke dames denderden voort. Dwars door de hortensia's heen. Onder de bodembedekkers door. Bovenop de tuinset. Middenin in de huiskamer het liefst. Onafgebroken graaiden ze met hun enorme poten allerlei lekkers naar boven, waarbij geen enkele genade leek te bestaan voor welke aanplanting of welk meubelstuk dan ook. Niet alleen namen ze bezit van het volledige erf, ze kakten werkelijk overal waar je het net niet wilde hebben. Geregeld trapte menig gezinslid blootsvoets in een wit-bruin-zwart gemengd hoopje kippenkak. Deze kippen gingen blijkbaar over lijken. Kenden geen ontzag, genade of respect. Deinsden voor niets of niemand terug. Niet voor mens, herdershond, grasmaaier of wat dan ook.

Ik had het eerst niet eens gehoord. Misschien niet willen horen. Het was ook lange tijd niet meer dan een ondefinieerbaar gekraak. Niet de moeite waard om aandacht aan te besteden. Het geluid leek afkomstig van de kippenmeisjes maar dat was tegelijkertijd toch ook weer onlogisch. Tot het geluid meer vorm leek te krijgen en het in frequentie en kwantiteit toenam. Blijkbaar had de kippenman toch niet helemaal nauwkeurig naar de onderkant van dit hoen gekeken. Ik kreeg mijn eerste vermoeden al toen er een meer dan gemiddelde kam ontstond bovenop deze kippenkop. Toen ook nog bleek dat deze kip beschikte over bovenmodale scherpe poten was er eigenlijk geen twijfel meer mogelijk. Ik was er zeker van toen ik op een ochtend de waterbak wilde verversen. Hij zag mij richting nachthok manoeuvreren. Ik morste nog wat water maar dat deerde niet. Zonder blikken of blozen besloot de haan mij via de rechterflank aan te vallen. Ik schrok eerst maar reageerde alert door de haan omzichtig met mijn onderbeen van mij af te duwen. Mijn hartslag nam weer normale vormen aan totdat de haan een tweede poging durfde te wagen. Wederom kwam hij van rechts en weer trapte ik de haan van mij af. Nu alleen iets harder en doortastender. Met mijn kuit tegen zijn borstpartij. Een enkel witte veer vloog in de lucht. De haan taaide nu af. Ik wilde hem schoon water brengen nota bene.

De ravage in de tuin, op het gras en in de struiken werd onaanvaardbaar. Drie kippen trokken dagelijks ten strijde en maakten van elk gazonnetje een slagveld. En van eieren was al helemaal nog geen sprake. Terwijl de zomer nu toch al met rasse schreden richting herfst aan het sprinten was. De relatie tussen de kippen en de overige leden van ons gezin stond onder druk en was teveel eenrichtingsverkeer. Er zat niets anders op dan het trio te kortwieken. Google bleek een uitkomst en een schaar bleek voorhanden. Net als vleugels. De taakverdeling was logisch en duidelijk. Ik zag op tegen een nieuwe confrontatie met de haan maar deinsde er ook niet voor terug om hem te vangen. Sterker. Ik besloot direct de koe bij de hoorns te vatten en benaderde de haan stilletjes van achteren. Nog voor hij er erg in had greep ik hem bij zijn enorme staart en trok ik hem naar mij toe. Hij probeerde zijn klauwen nog wel vast te zetten in de aarde maar vocht een kansloze strijd. Snel greep ik hem bij zijn vleugels. Ik kwam overeind en voor het eerst keken we elkaar recht in de ogen. Hij bewoog zijn kop een beetje opzij om goed te kunnen zien hoe de stand van zaken was. Mijn vrouw reageerde adequaat en vakkundig. De haan werd aan de linkerkant ontdaan van enkele slagpennen, maar hij droeg het als een vent. Net als zijn dames overigens. Kortwieken. Een fluitje van een cent.
We gaven elkaar een high-five en zij stelde voor om het te vieren met een glas rode wijn. Ik aarzelde geen moment, ontweek nog maar net een hoopje kippenpoep en nam glimlachend plaats in een riante tuinstoel.
'Proost schat.'
Ik had mijn eerste slok Merlot nog niet genomen of ik zag de haan al op de rand van het kippenverblijf staan. Stoer en parmantig. Zijn twee dames volgden gedwee. Ze vervolgden hun weg, vanaf de rand van het kippenverblijf. Een meter hoog. Op advies van de kippenman.

Het was een snikhete dag in augustus, maar het hield mij niet tegen om een loodzware Husqvarna bosmaaier om mijn nek te hangen. Een veld met woekerend onkruid moest langs de rand van het fraaie Damsterdiep worden gekortwiekt. De maaier was er één van het robuuste soort met een besmeurde tweetakt motor. Een moordenaar met drie enorme snijbladen van hard staal. Ik maaide fanatiek en het werk vorderde gestaag. Door kronkelende hedera's, metershoge brandnetels en allerlei ander voor mij onbekende flora. Hoewel de bosmaaier strooide met decibellen, hoorde ik vanuit het niets onder mijn rechtervoet iets kraken. Ik reageerde alert en voelde dat ik mijn voet weer behoedzaam moest terugplaatsen. Ik wierp de zware bosmaaier van mij af en zakte door mijn knieën. De hond bemoeide zich al snel met de vondst en likte ongegeneerd de schalen van vier kapotte eieren leeg. Ook de kippen merkten dat er oproer was en kwamen met de haan voorop poolshoogte nemen.

Ik raapte de resterende eieren bij elkaar en was heel even in een lichte staat van opwinding. De haan kakelde wat. Maar met weinig overtuiging. Ik keek hem aan en dacht even dat ik hem zag knikken. Knikken dat het goed was.