Follow RudiVP on Twitter

donderdag 14 juli 2011

Vakantie

Natuurlijk had ik ook wel naar Frankrijk willen vertrekken. Desnoods had ik willen kamperen. Net als vroeger. Waar we dan met het hele gezin wel eens langs de kant van een provinciale weg stonden te wachten. Ergens bij  Beaune, Macon of Lyon. Met een koelbox binnen handbereik, zittend in het gras Henk Lubberding aanmoedigden. Waarna acht minuten later een peloton langs raasde. Voor ons het sein om snel terug te reizen naar de camping, waar de live uitzending kon worden bekeken in de kantine. Waar bleek dat 'Henkie' al lang en breed weer was ingelopen.

Uiteraard had ik willen kamperen in Oostenrijk. Zoals ooit met mijn broer snurkend naast me in een aftands tentje. Ergens tussen vier reuzen van bergen in. Vast ergens in de buurt van de Grossglockner. Waar de wind zo welig kan tieren. En de storm door circulatie steeds weer terugkeert. Tot je moe wordt van het staande houden van de tentstokken terwijl het doorweekte, kleverige tentdoek tegen je wang plakt. De regen altijd wel een weg weet te vinden om binnen te dringen. En de broer een nacht later nietsvermoedend wakker wordt.

Natuurlijk had ik graag onze reis van enkele jaren terug richting het Verre Oosten zachtjes over willen doen. Om vervolgens 24 uur af te zien in een vliegmachine, waarin Roel van Velzen nog reden tot klagen zou hebben vanwege de beperkte beenruimte. Om vervolgens tegen een donsdeken van hitte aan te lopen. Met opa in de rolstoel en vier verveelde, gammele en labiele kinderen slenterend achter ons aan richting taxi. Waarna de cultuurshock ons vervolgens minimaal twee dagen verlamde.

Ik had best de strijd aan willen gaan met de extreme zomerse temperaturen van Griekenland, Turkije of Spanje. Als het moet ' ol-inkloesif'. Hangen, liggen, drinken, drijven en flaneren. Biertje hier en strandje daar. Waar het vel van de neus na 9 dagen wordt afgeworpen en vervolgens een nieuwe, glanzende vleeskleurige gok verschijnt. Waar de strijd om de ligstoelen bij zwembad of strand een bij voorbaat kansloze missie blijkt. En de ergernis aan gedragsmoeilijke landgenoten en getatoeëerde overzeese type's na twee weken de spuigaten uitloopt.

Ik had geen bezwaar gehad. Ik had mijn aandeel geleverd. Er het beste van  gemaakt. Maar niets van dat al. We zitten aan een huis gekluisterd. Een huis wat gevoelsmatig het mijne al niet meer is. De dozen zijn gepakt. Verhuiskaarten verstuurd. Het grove vuil gestort en de verhuiswagens besteld. Ik wil niet meer wachten. Maar ik moet. Nog maar 540 uur...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten