Follow RudiVP on Twitter

zaterdag 2 juli 2011

Statten

Het was klokslag 12 uur op een zaterdagmiddag. De beiaardier van de Utrechtse Dom kondigde de nieuwe uurslag aan door het spelen van ' Tulpen uit Amsterdam'. Het maakte mij benieuwd naar het overige repertoire van de klokkenspeler. Ingewijden wisten via twitter te melden, dat ook de tune van GTST regelmatig door de Utrechtse binnenstad galmde. Ik vestigde mijn hoop direct op het oeuvre van de Martinitoren. Binnenkort ons nieuwe Utrecht.

De sfeervolle Lijnmarkt fungeerde vandaag als startpunt. Wereldwinkels en fair trade lijken hier het monopolie te hebben. Ik wist een fraai houten knoflookkratje op de kop te tikken. Op vier stabiele pootjes en met twee bruikbare handgrepen. Het in wit gekalkte ' Garlic ' aan de zijkant gaf het kistje het ultieme 'Landleven' gevoel mee. Ik stelde mij het kratje voor op een eveneens houten bistrotafeltje. Naast de moestuin bij de woonboerderij. De Afrikaanse verkoper van de fair trade winkel straalde zijn tanden bloot.  Mijn aankoop zou de derde wereld weer een beetje verder helpen. Ik wist wel beter.

Het aantal minder verantwoorde kunsstof tassen nam gestaag toe. Maar mijn dragende nevenfunctie deerde mij niet. Spoedig kreeg ik rust op een houten bank aan de Oudegracht. Een gerespecteerd Utrechtse ijsverkoper had hier op de brug zijn vaste standplaats. Ik schoof op naar de leuning van de bank om plaats te bieden aan twee hoogbejaarde dames. In lange grijze regenjas aten zij hun ijs en kibbelden over de kosten. Ik charmeerde de dames. En zij charmeerden mij. De bloemenkoopman schreeuwde met schorre en indringende stem zijn longen leeg. De hortensias moesten vijf euro kosten. Het was nog vroeg in de middag.

Ik liep verder, een meter of twee achter mijn harem. Mijn betrouwbaarheid als drager van de ballast kon worden vergeleken met die van een sherpa. Voor het draaien van shag en het volgen van de sociale media had ik weinig tijd. Ik maalde er niet om en greep bij de eerstvolgende winkel op de Steenweg weer mijn kans. Ik zocht en vond mijn zitplaats op een blok beton, onder een fraaie lantaarn. Toeristen zochten hier hun weg. Terrassen zaten vol. Het draaiorgel vroeg zich af of ik de mosselman wellicht kende. Mensen paradeerden. Ik keek met genoegen rond. Ik had zicht op de Dom en de H&M werd rijk.

De markt op het Vredenburg bleek ons einddoel. Ik verloochende mijn afkomst niet en sprak vlekkeloos Utrechts. Ik dolde met wijk C en kocht warme pinda's. Het overige aanbod bood weing nieuws en mijn voeten vertoonden een prikkelend, branderig gevoel. Mijn vrouwelijke gevolg stemde in met mijn voorstel te vertrekken. We rekenden af bij de parkeergarage. In tegenstelling tot de middenstand kende deze geen zomeruitverkoop.

Ik reed terug via de Catharijnekade, daar waar spoedig water zal stromen. Ik zag de eerste contouren van het nieuwe muziekcentrum. We bekritiseerden Hoog Catharijne. Ik reed naar huis via de Straatweg. Waar ik als puber de krant bezorgde. Eenmaal thuis gekomen bewonderde ik mijn zojuist verkregen knoflookkrat. Ik nam het niet in gebruik en plaatste het tussen de verhuisdozen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten