Follow RudiVP on Twitter

donderdag 20 oktober 2011

Vet

We hadden voor de Kantonees kunnen  kiezen. Alwaar de geroosterde pekingeend pontificaal en zonder enige gene wordt geëtaleerd. Waar het restaurant niet meer is als een volle huiskamer. Je schuift als het ware aan bij de familie Hing Kee. Maar de laatste keer viel vooral het gebrek aan kruiden ons tegen. Dus we besloten anders.


Roti kipfilet van Joyce was een nog beter idee geweest. Hadden we gelijk onze voorraad Faja Lobi kunnen aanvullen. Of anders shampoo's of gel in bulkvoorraad. Want dat gaat prima samen naast de verkoop van gedroogde krom gebogen makreel. Tentoon gesteld naast de potten komkommer in het zuur. Maar de volgende dag zou het overtollig Madam Jeanet gehalte van de roti ons opbreken. Dus we zagen er van af.


Lief stapte als eerste naar binnen. Ik volgde. Een kortstondig gebrek aan mannelijke hoffelijkheid. Het viel mij direct op dat de grote stenen plavuizen net werden gesopt. Ik heb daar een handje van. Daar zijn waar net wordt gedweild. En er dan vervolgens voor kiest om er doorheen te banjeren. Waarna mijn overduidelijk schoenprofiel zichtbaar zijn sporen nalaat op de spiegelende stenen. Terwijl ik er met een beschaamd 'sorry' en minzaam lachje mee weg denk te komen. Een tijdelijk defect aan menselijk respect.

De medewerker zat gehurkt naast zijn emmer sop. Terwijl hij zijn dweil verschoonde in het vuile water, keek hij ons recht in het gezicht aan. Na een tel lachte hij zijn tanden bloot en snerpte hij op verwijfde toon: "Nee kom maar hoor. Loop maar door joh". Een tweetal jonge tuttige studentes bevolkten een van de in totaal vier tafels. Ze hadden blijkbaar al gegeten want de tafel was leeg en resten kruimels waren duidelijk zichtbaar. Ze kletsten dus blijkbaar nog wat na. Tijdens hun lunch. In een snackbar bij de watertoren.


De medewerker koos er ondanks onze entree voor om door te gaan met zijn schoonmaakwerkzaamheden. "Moet ook gebeuren he!? Ik sop het nog even na ja?!" Ik werd achtervolgd door zijn dweil. Als een begenadigd danser sprong ik van plavuis tot plavuis zodat elke tegel aan de (schoonmaak)beurt kwam. Terwijl hij zijn handjes liet bungelen aan zijn vooruitstekende onderarmen keek hij mij indringend aan. "Ik was nog even mijn handen ja?! We willen niet dat die naar de chloor ruiken. Toch"!? Zijn bezweet voorhoofd veegde hij af aan de mouw van zijn kleurloze overhemd. Hij droeg er geen shirt onder en aan de bovenkant lieten teveel knopen verstek gaan.


Ik nam de rijkelijk gevulde vitrine in mij op. Voor bijna de helft gevuld met huzarensalades. Blijkbaar een specialiteit. Nasiballen en bamistaven. Gepaneerde kruidloze speklappen. Tekort gekookte eieren. De medewerker hield een notitieblok en pen in de aanslag. "Zeg het maar hoor" klonk het weer nichterig. Terwijl ik mijn bestelling overdacht kneep ik met mijn duim en wijsvinger mijn bovenlip dubbel. Denkend. Peinzend. Snacks tegen elkaar afwegend. Nog voor ik mijn keuze aan de medewerker duidelijk kon maken, gebaarde hij met zijn hand richting mond. Ik begreep hem niet en liet dat ook blijken. "Je moet je hand even voor je mond weg houden. Ik hoor niet zo goed zie je!" Ik bekeek zijn oren en zag daarachter twee ouderwetse joekels van gehoorapparaten. Blijkbaar had hij er geen probleem mee op te vallen. Gezien zijn verschijning maar beter ook.


Terwijl ons eten gaarde in het vet vroeg ik de man naar zijn geschiedenis. Ik herinnerde mij zijn soortgelijke broer. "Mijn broer? Die werkt niet meer" siste hij ons toe. Utrechts voor dood of hommeles in de familie. Maar binnenkort werd alles anders. "Ik neem de zaak over van mijn ouders. Na 22 jaar. Maar ik laat alles zoals het is hoor. Nee, mijn ouders kunnen het niet meer aan. Mijn moeder en haar knieën. Dat gaat echt niet meer." We schreeuwden nog wat vriendelijkheden naar elkaar en ik rekende af. Ik gaf de man een kleine fooi en wenste hem zakelijk succes. Met zijn toekomstig en toch jarenoude snackbar bij de watertoren.


Voor een nacht bivakkeerden wij in een stereotype studentenhuis aan de overkant van de straat. Gezien het riante aanbod aan wereldse restaurants was onze keuze voor de vette hap een verrassende. Ik nam de tas met inhoud aan van de toekomstig eigenaar. Met een weinig smetteloze theedoek veegde hij zijn counter schoon. "Mensen komen hier altijd terug. Eet smakelijk en bedankt he!" hoorde ik nog net, terwijl ik de deur naar de Ansterdamse Straatweg opende.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten