Follow RudiVP on Twitter

dinsdag 7 mei 2013

Vriendin

Ze drentelt zo sierlijk. Gracieus bijna. Als een merrie. Ze glimt van het ene hangende oor tot het andere. Blakend gezond. Zet haar een gewei op het hoofd en ze is gelijk een ree, vooral afgemeten aan de donkerbruine ogen. Een zwarte snoet met snorharen en een zwierige staart. Gespierd. Jong nog. Aanhankelijk en leergierig. Enthousiast en speels. Ze zoekt mij de hele dag. Kan zich geen leven voorstellen zonder mij. En echt niet alleen omdat ik toevallig de meeste voorname leverancier ben van haar menubrokken. Haar genegenheid lijkt oprecht. Een echte vriendin...

Ik gaf haar het commando zit. Mijn vriendin beheerste dit element tot en met. Ze keek mij trots, vragend en afhankelijk aan. Er stond blijkbaar iets te gebeuren. Ik verraste mijn vriendin graag met onverwachte uitjes. De liefde kan niet altijd van één kant komen en een relatie moet je spannend houden. Mijn vriendin heeft voorafgaand aan dergelijke excursies altijd de neiging om te gaan kwijlen. Soms slingert ze overenthousiast hele slierten in het rond. Ik heb haar daar ooit op aangesproken maar ze reageerde nors, wendde haar kop af en negeerde mij compleet. Waar ik het lef vandaan haalde om op alle slakken zout te leggen.

We reisden per auto in gescheiden compartimenten. Mijn vriendin zat ooit naast mij op de bijrijdersstoel maar gedoogde geen autogordel. Daarnaast kon ze maar niet van me afblijven. Via mijn achteruitkijkspiegel observeerde ik haar dan ook in de achterbak. Ze oogde verre van charmant en weinig ontspannen. Haar bek wijd open. De tong eindeloos lang naar beneden hangend. Een hijgend hert. Soms ondernam ze verwoede pogingen om het goedgevormde lijf slinks richting achterbank te manoeuvreren. Ik sprak haar dan dwingend toe waarna zij onderdanig en gedwee afdroop. Een enkele keer herhaalde dit feit zich. In de tussentijd hield zij zich voornamelijk bezig met stuipen die zij mij vakkundig op het lijf joeg. Dit gebeurde meestal als zij buiten een passerende soortgenoot ontwaarde. Haar overdreven luidruchtige reactie op dergelijke ontmoetingen hadden op mij een schrikbarend effect. Mijn nekspieren spanden dan binnen een tel stevig samen, mijn beenspieren verslapten en mijn hart werd ongewild danig op de proef gesteld door de geluidsterreur van mijn vriendin. Ik reageerde altijd begripvol nadat ik eerst een vloek had geslaakt. In de hoop dat zij begreep dat ik nooit voor een andere vriendin zou kiezen en zij dus feitelijk niets te vrezen had.

Ik parkeerde op een ruim terrein dat plaats bood aan wel twintig voertuigen. Terwijl ik de auto verliet zag ik mijn vriendin paniekerig worden. Met haar royale neus duwde zij nerveus piepend tegen het raam van de achterklep. Gewapend met riem gebood ik haar te blijven zitten. Ze gehoorzaamde met tegenzin maar popelde als een peuter voor de ingang van de speelgoedwinkel. Terwijl ik de lus van de riem om haar hals wilde aanbrengen bewoog zij haar kop steeds heftiger van links naar rechts. De spetters vlogen van opwinding in het rond. Ik stond licht voorover gebogen onder de achterklep en probeerde mijn overwicht te tonen. Helaas ontbeerde ik de natuurlijke vanzelfsprekendheid. Eenmaal buiten sleepte ze mij in willekeurige richting. Ik gaf haar meerdere commando's tegelijk wat weer leidde tot complete chaos en wanorde in het brein van mijn vriendin. We keken elkaar af en toe aan. Op elkaar aangewezen. Ik deed vervolgens een stapje terug en haalde even diep adem. Ze keek mij zittend en vragend aan terwijl haar staart enthousiast een klein deel van het grindpad heen en weer veegde. Om mij vervolgens weer genadeloos enkele meters mee te sleuren richting voordeur.

Vlak voor de ingang hield mijn vriendin ineens halt. Hakken in het zand. Haar rugharen borstelden zich overeind. Haar indrukwekkende gebit werd meer en meer zichtbaar, waarbij vooral de hoektanden indruk maakten. Haar staart verdween tussen haar beide achterpoten door onder haar buik. Ze schreeuwde en tierde dat het een lieve lust was. Ik sleepte haar genadeloos mee richting voordeur waar een kleine gezette man de deur voor ons opende. Mijn vriendin gunde de man eerst geen blik waardig en volgde met tegenzin richting spreekkamer. Ik nam plaats tegenover de man en liet haar aangelijnd her en der snuffelen. Ze rolde zichzelf over de grond waarbij de riem haar bijna keelde. Schrok hevig van een spiegel uit onverwachte hoek en gromde naar een knuffel. De man nam het tafereel zwijgend gade. Af en toe schreef hij iets in zijn blocnote. Mijn vriendin eiste alle aandacht op en ik wist mij geen raad. Bekaf. Moe van machteloosheid.

We oefenden wat in de schuur van de man. Ik liep van links naar rechts en van hot naar her met haar. Soms beloonde ik haar voor goed gedrag en propte ik een stinkend stuk brok tussen haar imposante kaakpartij. Mijn hand was doorweekt. De fluisteraar annex therapeut corrigeerde mijn gedrag continue in onvervalst Gronings dialect. Ik begreep mijn vriendin niet meer was de conclusie. Daarnaast  bleek ik de trotse eigenaar van een nerveuze, angstige en weinig amicale vriendin. We beëindigden de sessie en evalueerden in de spreekkamer waar wij het experiment ook begonnen. De man nam plaats achter zijn bureau. Ik tegenover hem, mijn vriendin zittend naast mij. Terwijl ik naar haar keek zag ik haar blik onafgebroken gericht op de man. Bewegingloos starend, het lijf strak gespannen en alert. Meer en meer voelde ik de riem door mijn handen glijden. Het zorgde voor een brandend gevoel aan de binnenzijde. Ik voelde weer nattigheid maar dit keer van een andere soort. Vluchtig bekeek ik de man. Ik zag hem meer en meer achterover leunen. Hij had grote ogen en keek schichtig. Tegelijkertijd deed hij verwoede pogingen de strakke blik van mijn vriendin te negeren. Hij slaagde niet. Nog voor mijn vriendin de man echt naderde wist ik haar met een ruk terug te krijgen naast mij. De man bleef op zijn hoede. "Ik ben ooit gebeten door dat soort. Dat wil je niet'. Ik geloofde hem.

De man nam contact op met de arts van mijn vriendin en plaatste een bestelling. Ik nam afscheid van de man nadat ik een volgende afspraak had vastgelegd. Zowel mijn vriendin als ik namen weer de zelfde posities in als tijdens de heenreis. Vanuit de achterklep keek zij om zich heen. Kilometers zicht deerden haar niet. Prachtige luchten en akkers vol klei wisten haar ook niet te kalmeren. Evenals de idyllische dorpen waar ik mij in een museum waande. De Groningse lente moest nog ontluiken. We maakten een tussenstop in Appingedam. Samen betraden wij het vrijwel lege gebouw. Wij werden begroet door een vriendelijke assistente achter de balie. Achter haar was een spreekkamer gesitueerd. Er klonk weinig rumoer, wij leken de enige bezoekers, maar mijn vriendin wist de serene rust danig en in rap tempo te verstoren. Tegelijkertijd stelde ze mijn kracht weer grondig op de proef. Onafgebroken grommend en dreigend. De assistente keek mijn vriendin minachtend aan. We verlieten het pand zodra dat kon in rap tempo. Ze stribbelde niet tegen. Leek het te begrijpen en was er zelf ook wel een beetje zat van. Het uitstapje had haar uitgeput. Mij niet minder.

Eenmaal thuis slurpte ze liters water naar binnen. Vergezeld door een half tabletje antidepressivum.

1 opmerking: