Follow RudiVP on Twitter

zaterdag 11 januari 2020

Kuthond


Ik noem haar steevast hem. Omdat ik van mening ben dat elke hond overwegend mannelijk gedrag vertoont. Dit in tegenstelling tot de kat. De hond laat in zijn algemeenheid maar zelden schimpen zien van enig meisjesachtig optreden. Ik betrap die kwijlende viervoeters soms zelfs openlijk likkend aan hun kruis. Need I say more? Welke meisje doet zoiets?

Ik was haar, euh hem, na weer een intensieve dag vol puppy-avonturen al spuugzat. Ik zat op de rand van mijn bed en nam de dag nog even met mijzelf door in relatie tot de pup. Ik heb daar een handje van. Om regelmatig de balans op te maken. Het biedt mij structuur en schept duidelijkheid. Ik evalueer dit dan en trek vervolgens mijn conclusie. Die bleek in dit geval bikkelhard. De pup had deze dag drie keer urinaal mijn keukenvloer verziekt en éénmaal mijn plavuizen in de woonkamer
(met vloerverwarming!) onder gekotst. Wat resulteerde in een groengeel sliertenspoor dat zich via de voegen dwars door de plavuizen heen een weg baande naar de serre. Ik stond dat gestroomlijnde proces eerst nog secondenlang bijna gefascineerd te volgen, tot ik eindelijk tot het besef kwam dat ik de aangewezen persoon was om dit verloop te stoppen. Dit bleek geen sinecure maar vooral het kwijt raken van die penetrante zoetzure lucht was vrijwel onmogelijk.

Zittend op de rand van mijn bed boog ik lichtjes voorover, maakte ik van mijn handen een kommetje en liet ik mijn hoofd erin vallen. Zo bleef ik minutenlang zitten. Ik heb daar een handje van. Om net te doen alsof mijn leven heel zwaar is. Dat ik neig naar een depressie. Ik zucht dan veel en probeer mijn omgeving duidelijk te maken, dat het zo echt niet langer kan maar dat ik het ook niet meer weet.

'Godverdomme!'
Ik schrok direct schuldbewust wakker uit mijn zogenaamde crisis. Ik weet ook wel dat als ik mij even vermande, dat ik in staat moest worden geacht tot enige relativering. Maar ik wilde het moment voor zijn dat zij mij daarop wees.
'Wat is er schat?'
'Ik glij verdomme uit over een hoop stront van dat tering mormel! Wie heeft dat bedacht in hemelsnaam? Honden in huis gadverdamme!!!'

Ik kon mij vooral goed vinden in die laatste opmerking. Op haar eerdere vraag kon ik niet anders dan antwoorden dat het nooit mijn voorstel was geweest. Maar gezien de nijpende situatie besloot ik deze troef nog even niet te spelen. Ik bekeek de situatie en schoot haar te hulp. Liefde maakt blind maar de neus bleek nog dik in orde, toen ik met een overvloed aan keukenrol de uitgesmeerde hoop vakkundig probeerde te verwijderen.

De pup in kwestie was tijdens dit spektakel onzichtbaar gebleven. Of hij ook maar enigszins schuldbewust was bleef daardoor onduidelijk. Ik zocht en vond hem. Blijkbaar kwam ik dreigend over want hij verschuilde zich onder de salontafel.
'Kom onder die tafel vandaan! Nu!'
Ik heb daar een handje van. Driftig worden. Niet bovengemiddeld maar toch. Het zit ergens. Ik vind het op zo'n moment niet meer dan terecht dat ik het voel, tegelijkertijd geneer ik mij dood dat ik het voel.

Ik had geen keus en tegen al mijn negatieve gevoelens in veranderde ik mijn spreektoon tot bijna een lokroep.
'Kom dan... kijk eens... kom dan!'

Ik moest hem in de val lokken. Hij trapte erin en ik greep hem ferm in zijn royaal overtollige babynekvel. Het voelde als een lekker warme bontjas. Ik tilde haar op onder de oksels van haar voorpoten. Ze hing wat dommig in de lucht en deed vooral moeite oogcontact te vermijden. Ik bevrijdde haar uit de netelige positie en bond haar vast aan de riem.

'Kom. We gaan uit. Kuthond.'


Geen opmerkingen:

Een reactie posten